159 De grootste moeielijkheid op de toppen der Alpen waarvan sommigen bijna 4000 meter boven de oppervlakte der zee gelegen waren, werd ten laatste overwonnen. Steenen piramiden met gunstige plaatsing voor een hoekmeetinstrument daartoe door den koning van Sardinië afgestaan werden, uitgaande van de zijde Granier-Colombier (de laatste punten der Fransche triangulatie) op on derscheidene bergtoppen geplaatst en geschikte punten gevonden om het drie- hoekennet over de Alpen aan de zijde Superga-Massé van de Italiaansche triangulatie te verbinden. Daar voor de berekening van het net van de zijde Granier-Colombier (48204.82 meter) werd uitgegaan, waarvan de gegevens uit de Fransche tri angulatie door het oorlogsdepót te Parijs aan de gemengde commissie werden medegedeeld, was het driehoekennet eene zuivere voortzetting van de triangu latie die bij den toren van Corduan aanving. Daar zoowel door de Oostenrijksche officieren als door die van Piemont de hoekmeting met dezelfde uitmuntende instrumenten en eene even groote nauwkeurigheid was verricht, werden steeds voor de hoeken de gemiddelde waarden door beide waarnemers verkregen, aangenomen volgens de formule: p m M n N m n waarin M het eerste gemiddelde van m waarnemingen, en N het tweede ge middelde van n waarnemingen voorstelde. Het verschil in lengte der eindpunten van den boog werd door middel van buskruitontbranding, op de rots Melan bij Susa nabij Turijn, en op den Mont-Tabar, van uit Colombier zichtbaar, bepaald. Door dit laatste punt werd tevens het observatorium van Genève met de meting verbonden. Het verschil in lengte tusschen Turijn en Milaan werd bepaald door bus kruitontbranding op den berg St. Bernardo di Fenera nabij Borgo Sesia, 900 meter boven de oppervlakte der zee. Ten einde de lengtebepaling tot in Frankrijk voort te zetten vereenigden zich kolonel Brousseaux en de astronoom Nicollet met de Zwitsersche profes soren P i c t e t en G a u t i e r uit Gèneve te Chambery. Men besloot op een berg niet ver van Puy de Dóme in de landstreek genaamd Pièrre-sur-autrebuskruit te laten ontbranden. Door de waarneming van dit vuursignaal te Solignat heeft men in eene zelfde nacht het verschil in lengte kunnen bepalen van den Mont Cénis, en een punt in het centrum van Frankrijk gelegen. Daar het centrum van het observatorium van den Mont Cénis niet was opgenomen in het groote driehoekennet, heeft men door een secondair net van kleine driehoeken met eene basis van 815 meter, gemeten met houten latten van 3 meter lengte op den grooten weg van den Mont Cénis, die verbinding tot stand gebracht.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 181