164
Te gelijkertijd werd door Schumacher (1820) eene graadmeting ver
richt van Lauenburg door Holstein en Sleeswijk tot aan het eiland Alsen.
Voor de lengte van den boog Lyssabel-Lauenburg tusschen 53g22m17s en
54£54mHP breedte vond hij 87436 toisen of voor den graad 57092 toisen.
Gauss bezigde de basis van Schumacher om zijn driehoekennet aan het
Deensche te verbinden.
De voornaamste graadmeting is echter die welke door B e s s e 1 en
B a e y e r in Oost-Pruisen werd verricht van 1831 tot 1836.
In 1829 namelijk gaf de Russische aan de Duitsche regeering den wensch
te kennen, dat de directeur van de sterrewacht te Koningsbergen in staat
mocht worden gesteld eene trigonometrische verbinding tot stand te brengen
tusschen de in het Russische rijk door den generaal majoor von Tenner uit
gevoerde metingen en de bovengenoemde sterrewacht.
Het voorstel vond instemming, daar door die verbinding eene aaneenge
schakelde triangulatie door het voornaamste gedeelte van Europa, waarin de
meeste Europeesche sterrewachten betrokken waren, verkregen werd.
In Frankrijk, Engeland, Hannover en Denemarken waren meer of minder
uitgestrekte graadmetingen voorhanden, terwijl voorts eene met zorg gemetene
driehoeksketen, aangevangen door Tranchot en voortgezet door generaal von
Müffling door Hessen, Thuringen en Brandenburg naar Silezie, welke de reeds
met elkander verbondene Fransche en Engelsche graadmetingen met de
Deensch-Hannoversche en de Russisch-Oostenrijksche verbond en door luite
nant generaal Krauseneck is voortgezet, door het hertogdom Posen en Oost-
Pruissen tot in de nabijheid van de Frische inham waar ze aansloot aan de
Russische graadmeting van Tenner die in Finland door Struve werd voortgezet.
Aan Bessel en Baeyer werd de uitvoering van het werk opgedragen bijge
staan door eenige officieren van den generalen staf, waaronder luitenant Kalen-
kamp die de berekening verricht heeft.
Hoewel de door hen gemeten boog slechts zeer klein is, behoort zij door
de groote nauwkeurigheid waarmede de waarnemingen en berekeningen gedaan
zijn tot de voornaamste graadmetingen, en zijn de resultaten uit deze en alle
andere door hen berekende graadmetingen in de meeste landen, in Duitschland
zonder uitzondering voor de afmetingen der aarde aangenomen.
Bessel stelde zich niet voor alleen die waarnemingen te verrichten, welke
bepaald noodzakelijk waren om bovenvermelde verbinding tot stand te brengen,
doch hij besloot de lengte der driehoekszijden door het meten van eene nieu
we basis, en de poolshoogten en richtingen der meridianen op de verbindings
punten onafhankelijk van de bestaande driehoekennetten vast te stelien, zoo
doende vormde deze arbeid eene op zich zelf staande graadmeting.
In het jaar 1831 werd met de werkzaamheden aangevangen, door het
uitbreken van de cholera konden zij echter eerst het volgende jaar worden
voortgezet.