EENIGE MEDEDEELINGEN BETREKKELIJK GOUDDELYERIJ IN TRANSVAAL. Het bedoelde onderwerp is niet onwaard onder de aandacht van lezers van dit tijdschrift gebracht te worden, en ik zou wenschen reeds langer onder vinding te hebben gehad in dit gedeelte der Afrikaansche industrie, om misschien belangrijker zaken er over te kunnen mededeelen. Wat ik er echter van weet, vertrouw ik dat reeds, hoe min ook, zal bijdragen tot het vormen van gezondere begrippen over wat men noemt „Goudzoekerij", dan ik waarnam en zelf had, toen ik nog in Holland woonde. Dat men over goudvelden denkt als over een strook grond, waarop eenige vagebonden, natuurlijk het uitvaagsel van alle natiën, naast elkander staan te graven en te pikken, elk oogenblik zich bukkende om met de linkerhand een klomp goud op te rapen, terwijl de andere hand rust aan de trekker van het pistool, waarmee de buit moet verdedigd worden tegen de naijverige begeerte van den buurman, vindt elkeen die een gouddelverij ziet, even be lachelijk; en toch is er eenige grond voor dat idéé te vinden in boeken, waarin op romantische wijze de zoogenaamde goudkoorts beschreven wordt; ik, voor mij, zag nooit een delver koortsiger dan een gewoon mensch en verzoek de heeren toch nooit over een gouddelver slechter of fantastischer te denken dan over een min of meer beschaafd werkmande meesten zijn meer ontwikkeld zelfs. Van vuurwapenen vindt men weinig spoor, en deze zouden ook over het algemeen overbodig zijn, omdat er juist onder gouddelvers een zekere behoefte tot aansluiting en vriendschap bestaat, waartoe het verwijderd zijn van het moederland aanleiding geeft. De grondwet ook van de Zuid-Afrik.-Republiek, hoewel misschien in sommige punten niet onverbeterlijk, geeft den delvers, particulier of vereenigd, voldoende bescherming. Gewone diefstal van het gewonnen goud wordt met den zelfden spoed ontdekt en gestraft als in elk beschaafd land; en men kan verzekerd zijn dat het Justitiewezen in de Transvaal voor geen ander behoeft onder te doen. Ook de eigendom, vertegenwoordigd in het woord „claim", is zeer goed beschermd, zoolang de claimhouder zijn grond afbakent volgens de voor schriften der Wet, en zorg draagt zijn licentie (vergunning) te vernieuwen zoodra of vóór ze verstreken is. Deze licentie geeft aan den houder het recht om te zoeken of te delven

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 191