171
Een bizondere bepaling dwingt echter den claimhouder om zijn grond te
bewerken, en zijn claim kan door een ander geeischt (gejumpd) worden,
wanneer hij gedurende dertig dagen achter elkander hiermede heeft opgehouden
de eisch moet echter door het Hof bevestigd wordenvolgens de nieuwe wet
van September 1888 kan nu een claimhouder zijn eigendom laten registreeren
als onjumpbaar tegen betaling van eenig zegelgeld.
Vele claims bevatten goud, dat aan een enkelen delver niet betalen zou
door de moeielijkheid aan het bewerken verbonden als rotsgrond, die met
dynamiet moet gesprongen worden, of door het verwijderd zijn van het water be-
noodigd voor het wasschen van den grond of het drijven van de batterij. Het
is daarom dat de vVet toestaat aan houders van aangrenzende claims hunne
eigendommen te vereenigen (amalgameeren) tegen betaling der voorgeschreven
zegels. Of evenwel deze tegemoetkoming goed gedaan heeft aan alluviale
goudvelden is m. e. nog niet uitgemaaktbij vereeniging toch van claims wordt
het bewerken van één claim uit de twaalf als voldoende beschouwd en geeft
dit aanleiding dat groote gedeelten van het goudveld onbewerkt blijven liggen
het zelfde kwaad doet ook het recht om af te pennen op procuratie van
anderen. Voor rifgrond is het een noodzakelijke bepaling, daar een kostbare
batterij en het maken van schachten en tunnels voor één claim nooit betalen
kan. Ik zou wenschen dat het ter beoordeeling van den Staats mijn-ingenieur
was, of amalgamatie van alluviale claims noodig is, al dan niet. Doch, laat
ik mij niet buiten dit bestek begeven, en liever nog iets meededen over de
voordeden van het goud voor grondeigenaren in dit land.
Zelfs de aanzienlijke uitgebreidheid van de Transvaal in aanmerking ge
nomen, hebben de grondeigendommen, farms, hier verbazende afmetingen;
er zijn plaatsen van 10,000 morgen, ofschoon de Wet maar, ik meen, 2750
morgen toelaat; de oorzaak hiervan is waarschijnlijk het kleine aantal en de
schetsmatige manier van opmeten tijdens de nederzetting der Boeren in dit
land; deze farms zijn niet afgeheind of omgeven door slooten, maar worden
bepaald door bergspitsen, koppies en bakens; deze laatsten bestaan uit een
hoop klippen opgestapeld, voorzien van een witten vlag en, als het in orde is,
met een ijzeren pin in den grond onder het baken. De bepaling der grenzen
van een plaats geschiedt door 3 inspecteurs en een landmeter die hun rap
port opstellen, vermeldende de plaats der bakens met beschrijving; daarna
wordt de plaats volgens deze aanwijzing opgemeten en in kaart gebracht
door een geadmitteerd landmeter, welke kaart door den landmeter-generaal
moet worden en gewoonlijk wordt gecertificeerd. Daar dit alles in den
eersten tijd maar losweg gebeurde; komen er thans veelvuldige disputen voor
over de grenslijnen tusschen farms en is het wel gebeurd dat de eene plaats
over de andere gemeten is.
Het geheele land schijnt overal min of meer goud te bevatten, en men
kan nagaan dat er veel kans is dat het ook op zoo'n uitgestrekte farm zal