16
Driehoeksvergelijking-. L H N. Som der hoeken - 180° 0' (misschien
door Musschenbroek reeds vereffend.)
Zijdenvergelijkingen, j Voor de zijde L H berekent men met
L S 1097,10, uit drieh. L H N 4118,07 uit L S H 4120,8,
uit L H W 4120,9; uit L V H 4122,5.
In 1615 verkoos S n e 11 i u s p. 167 de uitkomst van drieh. LH
W boven die uit L S H, wegens de kleinheid van Z L H S, die
bovendien niet gemeten was.
Driehoek L V H werd niet eens berekend.
De torens W en V waren niet geschikt om er hoeken te meten
p. 162, en het secundaire net van 1615 liet dus veel te wenschen
over. Dit zal wel de reden geweest zijn, waarom in 1622 ook
Noordwijk werd opgenomen, en voor L H de uitkomst van driehoek
L H N werd verkozen. Uit L N werd ook de afstand Leiden-
Haarlem afgeleid (p. 383, 409).
Snellius had beter gedaan met eene basis van 1000 R
dwars tusschen L en H te meten, en daaruit rechtstreeks den
afstand dezer primaire punten te bepalen door ééne ruit, waarvan
alle hoeken afgezien konden worden. In den winter bood het terrein
geene moeielijkheden aan, en aan de eindpunten der basis signalen
op te richten, zichtbaar uit H en L was toch ook niet onmogelijk.
Ik schat de onzekerheid der afstand HL, volgens deze laatste wijze
bepaald, op 1 R, terwijl zij volgens Snellius manier wel 5 R
bedragen zal hebben.
De ouders van Snellius waren afkomstig uit Oudewater, en
zijne moeder was na haars mans dood daarheen terug gekeerd.
Dit gaf hem aanleiding om ook nog eene basis lang 166 R tusschen
O en m (ontfoort). te meten, waaruit door ééne ruit, gelijkvormig
aan dien tusschen L en N, de afstand O m 1566,5 volgde.
De scherpe hoek van 8° te m werd niet gemeten. Met O en m
werden w (oerden) en G verbonden. De afstand OG zoo berekend
was 2923,3 terwijl uit het primaire net 2934,6 of 2921,3 R was
afgeleid. Snellius erkent, dat de overeenkomst toevallig vrij
x) De Sinusregel van Krayenhoff, toegepast op den vierhoek H N
L S om V, geeft als verschil van de sommen der log Sin. der rechter en
linker basis hoeken 0,00018.