189
gemachtigd werden de overschrijving alsnog te doen geschieden,
mits terstond het recht van overschrijving werd voldaan. En 2e
gaf het den schepenen de bevoegdheid om bij ontstentenis van erf
genamen of rechtverkrijgenden van den eigenaar van eenig onroerend
goed, dat goed „sonder haar selven al te strict aan eenige subtiliteyten
van rechten te binden," over te schrijven ten name van dengene die
het in bezit genomen had. Deze laatste machtiging gold echter
alleen voor perceelen van zeer geringe waarde.
Belangrijker was het plakaat van 23 Maart 1708, dat de strekking
had de ingezetenen te vrijwaren tegen bedrog bij het bezwaren of
verkoopen van onroerende goederen. Het bepaalde:
10. Dat van alle hypotheken, zoowel die voor de schepenbank
als voor weesmeesteren werden gepasseerd, aanteekening moest worden
gehouden, niet alleen in dorso van de origineele koopbrieven of
akten van eigendomsovergang, maar ook in het door schepenen of
weesmeesteren aangehouden protocol, met aanwijzing van datum en
folio waarop de verbandbrief geregistreerd stond.
Van de royas moest op dezelfde wijze aanteekening worden ge
houden.
2e. Dat de secretaris der weeskamer alle nog niet geroijeerde
hypotheken moest opgeven aan den secretaris van het collegie van
schepenen, ten einde die alsnog op de eigendomsbewijzen aan te
teekenen en verder binnen 3 dagen na het verlijden van nieuwe
hypotheken voor weesmeesteren, daarvan op gelijke wijze aan den
secretaris van schepenen moest kennis geven.
De secretaris der weeskamer was aansprakelijk voor alle nadeelen
die uit zijne nalatigheid in deze mochten voortspruiten.
3e. De secretaris van schepenen mocht de akten van overdracht
van vaste goederen niet aan de gecommitteerde schepenen overgeven
om geteekend en gezegeld te worden, dan na daarop in dorso te
hebben aangeteekend, niet alleen dat het recht van overschrijving
betaald is, maar ook dat hij op alle vorige koopbrieven van hetzelfde
perceel, voor zoover die te vinden zijn, van den onderwerpelijken
koop en verkoop aanteekening heeft gehouden.
4e. De secretaris van schepenen was verplicht ten verzoeke van
ieder die zulks verlangde na te gaan ot perceelen al dan niet be
zwaard waren en zoo ja, tot welk bedrag en daarvan desverlangd