EEN ARCEERLINIAAL.
De deskundige lezers van dit tijdschrift zullen wel met me eens zijn dat
het, zelfs aan ervaren teekenaars, niet steeds gelukt om op de gewone wijze
voldoende regelmatig te arceeren.
Ik wensch daarom hier een eenvoudig hulpmiddel aan te geven, waarmee
de gewenschte regelmatigheid kan worden verkregen en dat, naar 't mij
toeschijnt, doelmatig zal worden bevonden.
Dit hulpmiddel bestaat in eene liniaal, welker ondervlak den vorm heeft
van een rechthoekig trapezium, waarvan het loodrechte been den kant van
de liniaal voorstelt, langs welken de arceering zal plaats hebben.
De afmetingen kunnen bijv. worden gekozen als in onderstaande figuur
is aangegeven, waar de lijn ab in 50 gelijke deelen is verdeeld.
J cf.Jbf.
Legt men de arceerliniaal zoodanig tegen een driehoek of eene liniaal
dat het eerste lijntje der arceering getrokken zal worden ongeveer van af
punt a, en trekt men daarop langs ac eene fijne potloodlijn, dan dient
voor elk volgend lijntje de liniaal zoover naar links te worden verschoven
dat een opvolgend deelstreepje met de boven ab zichtbaar geworden pot
loodlijn samenvalt.
De onderlinge afstand der lijntjes zal hier bedragen i X (64) c.M.
0,4 mM. en daar deze zich verhoudt tot de lengte van een deeltje op
de liniaal als 115, zal een klein verschil bij het doen samenvallen van
deelstreepje en potlijnlijn op de regelmatigheid der arceering geen merk
baren invloed hebben.
DU