221
vindt men: de rondmetingen op tien stations (de latere n°s 3941;
5257 en 66*x); de hoeken van dertien primaire driehoeken (nos
54, 55, 57, 64, 65, 66, 78, 8083, 93* en 94*); de geographische
lengten en breedten van een aantal primaire en secundaire punten 2)
de waarnemingen voor de breedte van den Domtoren en de Sterre-
wacht te Utrecht op 2528 Maart 1803, benevens een kaart van
het net. De kaart in de Letterbode is wel op grooter schaal dan
de Duitsche, maar veel onnauwkeuriger.
2°. Instructie voor de Geographische Ingenieurs
bij het Depót Generaal van Oorlog van het Koningrijk Holland.
Ontworpen door Generaal-Majoor Krayenhoff, Inspecteur enz. en
door den Minister van Oorlog geapprobeerd 4 Maart 1808. 22 blz.
fol., Bijlagen en Atlas.
In Frankrijk bestaat sedert 1690 le Dépót-Ge'néral de la Guerre,
dat voor de topographie en de krijgsverrichtingen van dat land van
buitengewone waarde is geweest. Koning Lodewijk richtte in navol
ging daarvan het Hollandsche Dépót op, en benoemde Krayenhoff
tot Directeur ervan. In de genoemde Instructie worden uitmuntende
voorschriften aan de daaraan verbonden officieren gegeven. De
eerste afdeeling behandelt in 8 Artt. de geodesische observatien:
verkenning (met een sextant), basismeting, de Repetitiecirkel, Breedte-
en Azimutwaarnemingen, secundaire triangulatie.
Als model worden in 3 bijlagen, te zamen 58 blz. fol., de geodesische
waarnemingen op de stations Amsterdam en Hettenheuvel, met hunne
berekening, volledig medegedeeld.
Bijlage I, 26 blz., bevat alle details der waarnemingen. Van elke
serie is opgegeven: de aflezing der nonien na elke dubbele repetitie,
de omstandigheden en de mate van vertrouwen, de barometerstand
en de temperatuur. Bovendien van elk station eene teekening, de bepa-
Krayenhoff gebruikte in 1803 de stations no. 66* Westerland en no.
71* Oude Schild, welke echter later met Robbezand niet verbonden konden
worden en vervangen werden door Oosterland en Oosteinde. In de drie
hoeken 93* en 94* komt Westerland voor.
2) Door eene onbescheidenheid van Prof. Hennert was reeds in de Monatl.
Corr. Bd. 8 S. 501 iets over de meting van Krayenhoff medegedeeld en
eene lijst van lengten en breedten gegeven. Deze lijst is veel uitvoeriger
dan die van Krayenhoff zelf, maar is natuurlijk niet vertrouwbaar.