223 op schaal 84: 100 000000. De schrijver had door den onrust der tijden, die hem naar de grensvestingen riep, geen behoorlijk toezicht op den druk kunnen houden, zoodat er vele drukfouten bleven staan. De eerste uitgave geschiedde volgens besluit van het Holl. Inst. v. W. In 1827 veroorloofde de Koning eene tweede uitgave, op kosten van den staat. Deze uitgave is vermeerderd met het rapport van D el a m b r e en met tableau Vde geographische ligging, de coördinaten en de azimuts der primaire punten volgens eene nieuwe berekening, steunende op de breedte- en azimutwaarnemingen te Amsterdam van Krayenhoff zelf, en met de afplatting Deze 7 310. nieuwe berekeningen zijn verricht door zes genieofficieren. Deze nieuwe Editie zal ik steeds aanhalen. Zij bevat XXX en 202 pages. Geheel vrij van druk- schrijf- en rekenfouten is zij niet. Het Précis Historique bestaat uit: 1°. het voorbericht van den tweeden druk, onderteekend Nijmegen 18 Maart 1827. 2°, het voor bericht van den eersten druk, door G. Vrolik, secretaris van het Instituut. 3°. het Rapport van van Swinden, en dat van Delambre 4°. Het eigenlijke Précis, onderteekend Paris, le 1 Mai 1812. Dit bevat p. 1--13, een historisch overzicht van de aanleiding tot de triangulatie en van de uitvoering van het werk. Vervolgens p. 1346 bespreekt Krayenhoff de zeven afdeelin- gen der manuscripten, die hij te Parijs deponeerde; hij verklaart hunne inrichting en licht deze met voorbeelden toe. De breedte- en azimutbepalingen te Amsterdam en te Jever worden uitvoerig behandeld. Aan het slot maakt K r a y e n h o ff eene eervolle vermel ding van de personen, die hem bij de berekening en uitvoering hadden geholpen, nl. Jacob de Gelder, de ingenier va n D el e n en de zes officieren S e e g e r, de beide heeren Hooff, van Schelle, van der Merwede en Laurillard.1) Delambre heeft van dit Précis getuigd ,,qu' il est redigé avec une telle méthode et tellement circonstancié, qu' il ne fallait pas d' autre renseignement, pour se faire une idéé juste de tout le travail." Nog meer personen hebben aan het werk deelgenomen, o. a. de oud majoor Huguenin, die Krayenhoff in 1803 bij de metingen behulp zaam was.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 245