226
Het Pre'cis Historique is het laatste en belangrijkste geschrift1),
dat Krayenhoff over zijne triangulatie in het licht gegeven heeft.
De beroemde Fransche graadmeting is door Delambre in zijn Base
du Système Metrique (3 tomes, Paris 1806, 1807, 1810) beschreven
met eene uitvoerigheid zoo groot als nimmer voor of na hem is
gedaan. Deze wijdloopigheid maakt zulk een werk bijna onleesbaar
en is zeer onaangenaam voor hen, die alleen een overzicht van de
methode en uitkomsten wenschen. Maar voor iemand, die van de
meting eene studie wil maken, is het van onschatbare waarde, dat
alle details der waarnemingen geboekt staan en dat alle formules
en berekeningen volledig afgeleid zijn.
Krayenhoff zegt over de theorie zeer weinig; daarom is zijn
werk alleen goed te begrijpen voor wie Delambre's geschriften kent.
Maar ook de waarnemingen zijn door onzen landgenoot veel minder
uitvoerig medegedeeld, en dit gemis is moeielijker te verhelpen.
Wij zouden gaarne in het P. H. gevonden hebben: le. eene
nadere beschrijving der instrumenten en een onderzoek naar hunne
nauwkeurigheid; 2e. eene beschrijving van de stations, de standplaatsen
en hunne hoogten boven den grond en boven de zee; 3e. de
uitkomst van elke serie van hoekwaarnemingen met opgave van de
waarnemers, van de omstandigheden en van de redenen waarom zij
later al of niet verworpen is; 4e. lijsten: van de sluitfouten der
rondmetingen, der driehoeken, der log. sin. van de basishoeken der
polygonen; van de absolute en betrekkelijke verschillen der uitkom
sten langs twee wegen voor ééne zijde gevonden en van de veran
dering die elke hoek bij de vereffening onderging; 5e. eene beschou
wing over de vereffening van den zuiderzee-vijfhoek; 6e. de waarden
der breedte en lengtebogen tusschen 51° en 53°50 van 10 tot 10'.
Zonder deze lijst zijn de geographische plaatsberekeningen onge
nietbaar.
Onderscheidene van deze lijsten kan de lezer zelf te zamen stellen,
no. 1, 2 en 3 echter niet; no. 3 zou den omvang van het boek
verdubbeld hebben. Mogen wij Krayenhoff hard vallen, dat hij
dat alles uit zijn boek heeft weggelaten? Eigenlijk niet. Wees men
Het is opmerkelijk, dat Cohen Stuart, Kaiser e. a. de werken
hier onder 1°, 2° en 3° beschreven geheel ignoreeren.