23 G
verbonden aan het observatorium te Parijs. In 1795 mat hij, op
last der Fransche Regeering, van Duinkerken tot Zierikzee 22 drie
hoeken. In Aug. 1796 deelde hij aan het Bataafsche Bewind het
register zijner waarnemingen mede, en stelde voor om die op hunne
kosten voort te zetten tot Texel. Dit aanbod werd van de hand
gewezen, en men heeft later van Perny nooit meer iets over deze
zaak vernomen. Daar in geen enkel Nederlandsch of Belgisch werk
iets over zijne metingen medegedeeld is, bespreken wij ze hier wat
nader. Zijn net telt:
22 hoekpunten (behalve Goes en Lier op de kaart aangegeven,
Herenthals is niet identisch met Krayenhoff).
22 driehoeken (15 daarvan stemmen overeen met Krayenhoff
nos. 3—15; 18 en 19.)
66 gemeten hoeken en 44 wederkeerige vizierstralen.
De 22 driehoeksvergelijkingen zijn prachtig; 17 sluiten op minder
dan 1", en allen op minder dan 1",5. De tour d'horizon te Assenede
is 360°0'3",5. Maar hoe staat het met de zijdenvergelijkingen? De
drie veelhoeken om Assenede, Hulst en Goes geven respectievelijk
- 233 - r q.
een middelbare fout voor ïederen hoek van - o
718 968
7";6 en 13",5. Over de beteekenis van e en p
9 3,9 71,9
zie 16.
De waarnemingen van Perny zijn dus minder nauwkeurig dan
men van een leerling van Delambre mogt verwachten. Maar onder
de triangulaties van de tweede helft der 18e eeuw maken zij toch
altijd nog een goed figuur.
Uit nevensgaande tafel1) ziet men dat het verschil met Krayen
hoff bij één hoek tot 10",5 klimt, maar in den regel beneden 5"
blijft. Het verschil met de nieuwe triangulatie van Belgie (door
Nerenburger in 1858 en volgende jaren) is nog geringer.
Krayenhoff kwam tot een veel ongunstiger oordeel. Het valt
terstond op, dat één driehoek (Hulst, Goes, Middelburg) niet gemeten
is, maar men kan uit de omliggende driehoeken zijne zijden bere-
Gedeeltelijk overgenomen uit Zach: Allgem. Geogr. Ephemeriden, 1799,
Bd. 4 S. XXXII.