240
tijd te Jever door, ten einde in het kasteel aldaar de breedte en het
azimut van Var el te bepalen. Den 7aei1 September waren ook
deze waarnemingen afgeloopen. Op de terugreis mat hij nog enkele
hoeken te Midwolde en Uithuizermeden, en het groote werk was
verricht. De laatste waarneming is van 13 Sept. 1811 te 2 ure.
De Gelder en anderen waren ondertusschen met de berekenin
gen bezig. Ook Krayenhóff zelf hielp hieraan mede zoo dik
wijls hij een uur vrij had.
In het laatst van 1811 werd Krayenhóff door Napoleon naar
Parijs geroepen om zitting te nemen in het Comité van Fortificatiën,
hetgeen hem echter zoo weinig drukte gaf, dat hij de manuscripten
zijner waarnemingen en berekeningen kon ordenen en overschrijven,
en daarbij het Précis Historique opstellen.
Den 11 den Mei 1812 was hij in Nederland terug; „dadelijk aan
vaardde hij zijne rivier-werkzaamheden en bemoeide zich wijders met
niets anders." In het voorjaar van 1813 schreef hij de Topogra-
phische waarnemingen (zie blz. 222) en in 1815 werd het Précis
gedrukt. Maar Krayenhóff beschouwde zijne geodesische studiën
als afgeloopen. 24 Nov. 1813 werd hij weder Gouverneur van
Amsterdam en den 20 Sept. 1814 begonnen zijne werkzaamheden
voor den aanleg eener rij van vestingen langs de zuidelijke frontieren
van Belgie, welke 12 jaren lang bijna al zijn tijd in beslag namen
en hem ten slotte veel verdriet veroorzaakten.
Zelden of nooit is eene triangulatie van den eersten rang onder
zoo ongunstige omstandigheden uitgevoerd als door Krayenhóff.
Het zou voor de geodesie van Nederland zeker veel beter geweest
zijn, als hij minder overhoopt met werkzaamheden ware geweest.
Hieraan zal ook wel toegeschreven moeten worden, dat de secundaire
metingen onvoltooid en grootendeels ongebruikt bleven liggen en
Nederland aldus verstoken is van de eer om het eerste land zijn,
waar eene nauwkeurige secundaire triangulatie bestond. Maar er
behoorde reeds ongewone werkkracht toe om de primaire waarne
mingen, hoe dikwijls ook afgebroken, telkens weder op te nemen,
in afwachting, dat een nieuwe order hem naar de militaire bureaux
terug riep.
In de Levensbijzonderheden, blz. 56 vertelt Krayenhóff zelf uit het