241 In de „Levensbijzonderheden" vindt men bijna geene opmerkingen over het geodesische werk. Toch zal het ook Krayenhoff wel niet aan allerlei tegenspoeden en ongenaamheden ontbroken hebben. Eene eigenlijke verkenning schijnt aan de metingen niet vooraf gegaan te zijn, maar door de reizen en sextantwaarnemingen van 1799 was Krayenhoff met het terrein nauwkeurig bekend geworden. Slechts enkele malen werden stations bezocht, die later voor de voortzetting ongeschikt bleken te zijn,2) nl. in 1803 Westerland (zie blz. 221.) en in 1807 Neuenhaus, dat door Uels en is vervan gen. Nu en dan zijn ook hoeken gemeten, die later overbodig bleken; zoo werd van uit Leeuwarden en Dokkum op Holwerd en Nes (Ameland) gericht. De volgende lijst geeft een overzicht van de geodesische werk zaamheden, voorzoover die in de registers (blz. 228) zijn beschreven. Onder het aantal serieën zijn ook medegeteld die voor de later ver worpen hoeken en die betreffende de kimduiking te Middelburg en Loo verricht. Tweemalen bezocht zijn: in 1803 en 1807: n°. 55 (in het laatste jaar 2 hoeken), n°. 56 (2 hoeken) en n°. 65 (2 hoeken); in 1805 en 1807: n°. 59 (2 hoeken); in 1807 en 1810: n°. 79 (2 hoeken) en n°. 84 (2 hoeken); in 1810 en 1811 n°. 89 (2 hoeken) en n°. 91 (3 hoeken) benevens in 1802 en 1810: n°. 28 (één hoek voor driehoek n°. 31*.) jaar 1806: In de afgesnipperde oogenblikken, als de Koning hem niet noodig had, werkte hij in de kamer der aides de camp aan de berekening der geodesische en astronomische waarnemingenZijne goede orde en zeer gemakkelijke wijze om zaken te behandelen, voorkwamen zoowel de wanorde, als de moedeloosheid, welke zoovele bezigheden wellicht zouden hebben kunnen verwekken. Geodeten uit dien tijd waren daartegen gehard. Epailly campeerde aan den voet zijner signalen en leefde van de jacht. Welk een verschil met Gauss, die steeds over slechte reisgelegenheid, slecht logies en slechte madeira klaagde! 5) In dit opzicht staat Krayenhoff boven Gauss. Het primaire net van den laatste telt 38 stations, 54 driehoeken en 85 richtingen, waarvan respec tievelijk 12, 28 en 35 onbruikbaar of onnoodig bleken te zijn.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 263