245
te beschouwen blijft met het oog op art. 2117 C. N. nog altijd
een raadsel.
Intusschen zijn deze inschrijvingen niet zoo onschuldig als zij lijken.
Zij belemmeren liet grondcrediet in hooge mate.
Immers 't is uiterst twijfelachtig of eene later genomen hypothe'-
caire inschrijving rang zal hebben van eerste hypotheek, al kan met
grond beweerd worden dat de schuldeischer der quasi inschrijving
geene hypothecaire schuldeischer is. In alle geval zal de bewaarder
stellig bezwaar maken om op den post der inschrijvingen de quasi-
inschrijving achterwege te laten.
Een ander bezwaar is gelegen in de halfslachtigheid der kadastrale
boekhouding van eigendoms-overgangen. Voor een goed deel be
rusten die op de opgaven, voorkomende in de memorien van aan
gifte voor het recht van successie en voor overgang. Als men weet
hoe er veelal met die memorien wordt omgesprongen, behoeft het
waarlijk niet te bevreemden dat voortdurend over verkeerde tenaam
stellingen wordt geklaagd.
Maar erger nog is dat men door raadpleging der eigen domsregis-
ters onmogelijk kan te weten komen uit welke titels iemand eenig
recht ontleent op perceelen, welke als zijn eigendom in den kadas-
tralen legger vermeld zijn; geldt het een recht van vruchtgebruik,
van opstal, erfpacht of beklemming dan is het nog veel moeielijker
eenige zekerheid te verkrijgen.
Het voorafgaande moge volstaan ten bewijze dat, in weerwil van de
goede bedoelingen des wetgevers bij de invoering der openbare
eigendomsregisters, de openbaarheid des eigendoms, gezwegen van
de zekerheid, ver is te zoeken.
Om in de leemten aanvankelijk eenigermate te voorzien, in af
wachting der invoering van het Grondboek eene kwestie van
tijd zou de volgende aanvulling der hypothecaire boekhouding
overweging verdienen.
In de eerste plaats ware het wenschelijk een register intevoeren
ter inschrijving van borderellen vermeldende de zakelijke rechten
tot wier vestiging ons tegenwoordig wetboek overschrijving van den
titel eischt.
Natuurlijk zou die inschrijving slechts een negatief karakter kunnen
hebben, doch er ware het gevolg tegenover derden aan te verbin-