246 den dat, na verloop van een te stellen termijn, eene ingeschreven hypotheek of eene overdracht niet meer benadeeld konde worden door een beroep op niet tijdig openbaar gemaakte rechten. Zoo zou ook het rechtsvermoeden meer worden bevestigd in art. 627 B. W. omschreven: bieder eigendom wordt vermoed vrij te zijn. Van niet minder belang ware eene wettelijke verplichting aan de erfgenamen opteleggen, om met behoorlijke omschrijving van titels memorien in te leveren, van alle overgangen van onroerende goede ren, zakelijke rechten daaronder begrepen, krachtens wettelijke of testamentaire erfopvolging. Het register van overschrijving konde dan alleen bestemd blijven voor de akten translatifs de propriété. Alle andere overgangen, de scheidingen daarin begrepen, konden dan hunne plaats vinden in het nieuwe register als bevattende verklaringen ênontiatives ou déclaratives de proprietor Ontkend zal het niet kunnen worden dat op de geschetste wijze behoudens verbeteringen en detail het groote voordeel zou verkregen worden eener meer volledige openbaarheid der eigen dommen en nauwkeuriger bijhouding der kadastrale boekhouding. Deze verbetering zou eene voorbereiding kunnen zijn om te komen tot het rechtsgeldig kadaster of Grondboek. W. A. Coolen, Notaris.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 268