260 In 1799 waren de waarnemingen voltooid. De Internationale Com missie (rapporteur Van Swinden, zie blz. 233) onderwierp het geheel aan een vrij zorgvuldig onderzoek. Zij nam als vasten regel aan om voor eiken hoek het rekenkunstig gemiddelde te nemen van alle serieën, zonder eenige voorkeur toe te laten, en de sluitfout van een driehoek gelijkelijk over de drie hoeken te verdeelen. Slechts voor drie hoeken (te Forêt, Vouzon en Cullan), moest zij om bijzondere redenen hiervan afwijken. De Commissie berekende uit de waarnemingen, die Delambre en Méchain haar mededeelden: voor den afstand der parallellen van Duinkerken en Montjouy 551584,72 toises; voor het verschil in breedte 9°40'25",68 en voor de gemiddelde breedte 46°1158". Zij combi neerde deze waarden met de uitkomsten van Bouguer in Peru, en kwam zoo tot de afplatting P— 1/334 en het vierdedeel van een meridiaan Q 5130740/. De Commissie besloot dus om denmeter 0,513074/ 443,296 Parijsche lijnen te maken. Deze uitkomsten mogen echter alleen als voorloopige beschouwd worden. De Commissie had niet den tijd gehad om alle astronomi sche waarnemingen nauwkeurig te berekenen. Ook had Méchain een groot aantal serieën verzwegen welke eerst na zijn dood aan Delambre bekend werden. Daartoe behoorden de breedte bepalingen te Bar celona, welke tot Montjouy gereduceerd 3",24 grootere poolshoogte gaven, dan de waarnemingen te Montjouy zelf. Delambre nam het gemiddelde. Volgens hem is het verschil in breedte 9°40'22",62, de gemiddelde breedte 46°11'56",27 en de afstand der parallellen 551583,6/. Daaruit volgt Q 5132100 320604 P -t- 4383333P2 toi ses. Voor de bepaling van P maakte ook Delambre van de Peruaansche graadmeting gebruik, maar hij berekende ze eerst opnieuw, en kwam zoo tot P 0,00324 en Q 5131111,1/. De meter had dus 443,328 p. I. lang moeten zijn Dit zijn de ware uitkomsten der Fransclie graadmehng. Uit de voortzetting der meting tot Green wich en Formentera verkreeg Delambre natuurlijk weder andere uit komsten, n.l. Q 10000000 X 443,32 p. L, maar hij kon niet weten, i) Delambre verklaart (Base du système métrique III, 103); „pour ne parditre pas affecter une précision k laquelle nous ne pouvons encore prétendre, j'avais proposé la commission de sen tenir au nombre rond de 443,3 lignes."

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 282