264 zijn geringste verdienste, maar men heeft ze tot nog toe niet op den voorgrond geplaatst. Men mocht van Krayenhoff niet eischen of hopen, dat zijne waar nemingen eene grootere nauwkeurigheid houden bezitten dan twee zulke uitnemende waarnemers, als Delambre en vooral Méchain waren, verkregen hadden. Ter wille van de vergelijking zullen wij dus nagaan welke nauwkeurigheid bij de fransche graadmeting is bereikt, maar daar men hierover bij Jordan e. a. slechts onvolledige of onjuiste opgaven vindt, moeten wij in eenige bijzonderheden treden. De keten van Duinkerken tot Montjouy telt 115 driehoeken. Nos. 189 zijn door Delambre gemeten (daaronder hebben drie en twin tig (de n« 2, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 15, 16, 22, 34,37,40,46,50,51, 57, 59, 60, 61, 62, 67 en 68) één geconcludeerden hoek; acht (n03. 19, 20, 21, 29, 32, 33, 45 en 63) zijn overtollig en twee (n03. 23, 58) zijn onzeker. Wij laten dus 33 driehoeken (waarvan alleen nos. 15, 16 en 57 tot de primaire behooren) weg, en houden 56 over. In de 26 primaire driehoeken van Me'chain (n03. 90 1 15) zijn alle hoeken gemeten. De volgende lijst geeft een overzicht van de sluitfouten: Delambre. M c h a i n. D. en M. Sluitfout. positief. negat. positief. negat. totaal. 0"_ 1" 12 9 10 4 35 2 10 9 4 1 24 2 —3 8 4 5 0 17 3 —4 1 1 2 0 4 4 —5 2 0 0 0 2 33 23 21 5 82 Som 51",44 29",40 30",99 2",92 114", 75 per drieh. 1 ,56 1 ,28 1",48 0 ,58 1 ,40 Algebr. som -t- 22",04 28", 07 Constante fout per hoek. 0 ,13 4- 0 ,36 som (sluitfouten) 2 De middelbare fout van één hoek 1/ 0 wis bij 3 X aantal drieh. J

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 286