266 tions 's Hage observatorium (n°. 27*), Neuenhaus (n°. 63*), Gieten en Ter Apel, benevens de driehoeken nos. 31*, 79*, 135*, 143*, 143** en 156* (zie biz. 224, 241.) Wij beschouwen de hoeken van tableau I met de aanvulling van blz. 224, noot als grondslag, en verbeterenx) daarom: in tableau II: de hoek Zutphen in driehoek n°. 87 met 0",375; de hoeken Ballum in n°. 120 met -f- 3",4-97, in n°. 121 met 5",397, in n°. 127 met 4- 2",344; in tableau III bet spherisch exces van hoek Antwerpen in n°. 15 met - 0",019. Stations. Het net telt 111 stations. Krayenhoff heeft daarvoor zooveel mogelijk torens van kerken, kasteelen enz. uitgezocht. Als standplaatsen dienden twee of meer punten van den omgang; de spits was het „point de mire." Te Duinkerken, Rotterdam, Bent- heim en Leeuwarden werd op den toren een signaalmast geplaatst; te Harderwijk en Strakholt bovendien eene stelling voor het instru ment. Op Vlieland was de vuurbaak, op den Biesselt (een heuvel 2 K.M. oost van het spoorstation Mook) de molen het richtpunt. Tegenwoordig geeft men aan signalen op den vasten grond de voorkeur boven torens, omdat zij een vaster standplaats opleveren en de gegevens voor het centreeren met meer zekerheid te verkrij gen zijn. Torens daarentegen zijn hooger dan signalen, van blijven der aard en dus geschikter voor latere aansluitingen; ook kunnen zij niet licht ongemerkt verplaatst worden. Enkele malen waren signalen voor Krayenhoff echter onvermijde lijk (zie blz. 238), namelijk te Kijkduin en op de heuvels: Imbosch, Harikerberg, Hettenheuvel, Lemelerberg en Uelsen. Het waren eenvoudige driehoekige pyramiden, wier centrum door een zwaren steen in den bodem werd vastgelegd. De repetitiecirkel stond daar nevens op den grond. Op de Veluwe, een uur ten westen van het Kleine druk- en rekenfouten zijn er zeker nog onderscheidene meer. Ik bemerkte er o. a. in tabl. II n°. 92; in tabl. III nos. 1,59,69,129. Cohen Stuart ontdekte door vergelijking van de manuscripten met tableau I, dat in dit laatste verbeterd moeten worden: hoek Ballum in driehoek n°. 121 met 2",000; hoeken Midwolde in n°. 148 met -+- 0",221, in n°. 149 met 0",119; hoeken Leer in n°. 148 met -f- 0",958 in n°. 149 met 0'',958. Ik heb deze laatste verbeteringen niet opgenomen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 288