271 den, 18 in Duitschland, 15 in België en Frankrijk. Van de drie hoeken liggen in: Nederland: 109 geheel, 16 met twee hoekpunten, 12 metéén hoekpunt. Van de 78 Nederlandsche stations behooren 54 tot a; 14 tot b; 4 tot c; 2 tot ab. 4 zijn niet bezocht. Van de 109 Nederlandsche driehoeken behooren 68 tot a19 tot b10 tot a b12 tot a c. Van de 16 bovenvermeld: 12 tot a; 4 tot b. Van de 12: totalO; tot b 2. De Nederlandsche stations strekken zich uit van Aardenburg tot Borkum en Onstwedde, over eene breedte van 2°18'54" en eene lengte van 3°35'50", terwijl de gemiddelde breedte is 52°25'52" (3'20" benoorden Amsterdam) en de gemiddelde lengte 2°54'49" Oost van Parijs (7'40" Oost van Utrecht). x) Algemeene vorm van het net. Uit al het bovenstaande volgt reeds, dat het net van Krayenhoff uitnemend gevormd is, zoo goed als geen enkel net van deze uitgebreidheid uit vroeger tijd, en slechts zeer weinige uit de laatste jaren. De driehoeken zijn in alle provin ciën ongeveer even groot en de zijden hebben de meest geschikte lengte voor eene primaire triangulatie, die tevens tot grondslag eener secundaire moet dienen. Langere zijden zijn in Nederland ook niet te verkrijgen. De zijden snijden elkander nergens, diagonalen ont breken, maar de 51 veelhoeken geven genoegzame contróle. Het zwakste deel zijn de driehoeken nos 210; in het bijzonder zijn nos 3, 4 en 5 ongunstig van vorm. Krayenhoff zelf verklaart, dat hij deze keten gaarne anders hadde ingericht, maar „de omstandig heden van het terrein gedoogden geene andere schikking." Eenige kruisingen ter contróle waren hier zeer gewenscht; nog beter zou het geweest zijn als Krayenhoff ook de stations Kemmel, Kortrijk en Mont l'Enclus had bezocht. Maar zijn bijzonder doel was de topographie van de Noordelijke Nederlanden: secundaire waarnemin gen zijn op de stations nos 1 12 niet gedaan, en zijne choro-topo- graphische kaart gaat slechts tot Brugge. De keten van Duinkerken Duitschland: 15 6 België en Fr.; 10 6 9 De breedten van Krayenhoff zijn nauwkeurig op 1" ÈL 2". De lengte van Duinkerken, door Kr. op 2'23" aangenomen, is 5",5 minder.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 293