2 73
Uit vier hoeken en drie der zijden kan men de beide andere zijden
berekenen. Zie nader 20.
Toen Krayenhoff zijn Précis Historique schreef, was Gauss nau
welijks met zijne publicaties over de methode der kleinste qua-
draten begonnen. Het ligt voor de hand, dat Krayenhoff van deze
geen gebruik heeft gemaakt. Wel is het vreemd, dat noch de
Gelder, Verdam en Kaiser, noch Delprat, van Kerkwijk en van
der Star deze methode op de metingen van Krayenhoff hebben toe
gepast. Dit is het eerst gedaan door Cohen Stuart in 1862.
Men kan de middelbare fout van één hoek afleiden, zoowel uit
de sluitfouten der rondmetingen als uit die der driehoeken en ook
met den sinusregel van Krayenhoff uit ieder der 51 veelhoeken.
Is t de sluitfout van één rondmeting, bestaande uit a hoeken, dan
is de m. f. van iederen hoek V Is d de sluitfout van één
l/" 1
driehoek, dan is de m. fvan ieder der drie hoeken w a2'
Is e het verschil der log. sin. van de linker en rechter basishoeken
eens veelhoeks en fi de wortel uit de som van de quadraten der
verschillen van die log. sin. voor 1", dan is de m. fvan één der
basishoeken (z'e blz. 236).
a
Heeft men n rondmetingen, driehoeken ot veelhoeken, dan is de
m. f. van één hoek, afgeleid uit:
r 1 f1
de sluitfouten der n rondmetingen mx V 1 Som J
de sluitfouten der n driehoeken m2 V Som d*)
r 1 «2
den sinusregel met «veelhoeken m3 V Som -jJ
Verdam heeft in zijn Metbode der kleinste Quadraten, Groningen 1850 blz.
206—214 uitvoerig weergegeven wat Gauss over de veelhoeken om Leeuwarden
en Drachten had gezegd, maar over de rest van het net niet gesproken.
Tijdschrift Kadaster 1889. IS
-/ rt