275
17. Instrumenten en waarnemingsmethoden.
Krayenhoff heeft voor zijne primaire driehoeksmetingen, na het
jaar 1800, uitsluitend gebruikt gemaakt van den repetitiecirkel volgens
Borda. Van 1801 1808 gebruikte hij een exemplaar van dit instru
ment, dat door van Swinden uit Parijs was medegebracht (zie blz.
235.) In 1803 schreef hij:
„Wij [n.l. Krayenhoff en de Gelder] bedienden ons van eenen zeer uit
muntenden gewerkten repetitiecirkel van Borda, door Lenoir [vervaardigd],
hebbende 16 fransche duimen 433 m.M.] middenlijn binnen den verdeel
den rand; en namen na eenige weinige proeven, daadlijk de methode aan,
om tegelijk elk éénen der kijkers te behandelen, ten einde van het juist poin
teeren der voorwerpen volkomen zeker te zijn, en de misslagen te ontgaan,
welken niet zeldzaam voorvallen op zwakke en dreunende torenzolderingen,
wanneer men zich namelijk, vooral bij het meten van groote hoeken, ten
einde door de kijkers beurtelings te kunnen zien, van plaats veranderen moet.
Bij deze voorzorge voegden wij nog eene andere, te weten om bij de herha
ling van elke hoekmeting telkens van voorwerpen te verwisselen, waardoor
men beoogde het verschil te middelen, dat uit de onderscheidene wijze van
de voorwerpen te zien, welligt zou ontstaan kunnen."
Dergelijke uitmuntende voorschriften geeft Krayenhoff ook in zijne
Instructie voor de geographische Ingenieurs. Delambre en Méchain
observeerden in den regel alleen.
Op de meeste torens van de jaren 1810 en 1811 was geen ruimte
genoeg voor dezen grooten cirkel en gebruikte Krayenhoff een klei
neren, van 10 duim (271 m.M.) middellijn, vervaardigd door Bellet
een der medewerkers van Delambre. De kijkers van dit nieuwe
instrument waren veel korter en de kruisdraden bezaten een zeer hin
derlijke parallaxis. Hieraan, en aan de laterale refractie, schrijft Kr.
de geringere nauwkeurigheid der waarnemingen b toe (zie blz. 239).
Voor de breedtebepalingen te Amsterdam en te Jever bediende
Kr. zich van een derden cirkel, middellijn 14 duim 379 m.M.,
dien hij op eigen kosten door Lenoir had laten vervaardigen en
die voortreffelijke niveaux bezat.
De repetitiecirkels bestonden uit een verdeelden cirkel en twee
kijkers, de een B boven, de ander O onder den verdeelden rand.
Men bracht den cirkel in het vlak gaande door het standpunt en
de beide lichtstralen komende van de voorwerpen p en q. Nu wordt