276 B op 0° gesteld en vastgezet; de cirkel gedraaid tot dat B op p gericht en daarna O op q gericht. De cirkel wordt nu weder gedraaid tot O op p gericht is en dan B losgemaakt en gedraaid tot hij op q ingesteld is. Aan B zijn vier alhidaden met nonien verbondendeze nu aflezende vindt men het dubbele bedrag van den hoek tusschen p en q. Zoo gaat men voort; na elke evene repetitie worden de nonien afgelezen (zie blz. 228). Bij de breedte bepalingen wordt de cirkel verticaal gesteld en in de plaats van kijker O komt een niveau. B wordt op 0° gebracht en door draaien van den cirkel op de ster gericht. Dan wordt het niveau horizon taal gesteld, vastgeklemd en de cirkel 180° in azimuth omgedraaid. De kijker B wijst nu naar de andere zijde van het zenith; men maakt B los, richt hem weder op de ster en leest de nonien af: deze geven den dubbelen zenithafstand. Krayenhoff zegt niets over de inrichting zijner cirkels en ik weet niet waar of zij gebleven zijn en of zij nog bestaan. Waarschijn lijk kwamen zij geheel overeen met die der fransche graadmeters. De twee van Delambre hadden 43 en 35 c.M. middellijn en waren centesimaal verdeeld in 0,1 gr. Ieder der vier nonien gaf direct 0,01 gr. 32",4 en bij schatting 8". Eén der cirkels van Méchain was sexagesimaal verdeeld in 10', met nonius op 30". Die van Krayenhoff had waarschijnlijk nonien op 20", want zijne aflezingen zijn bijna altijd op 5" afgerond. De groote cirkel van Delambre had kijkers met een brandpuntsafstand 21,2 duim 574 m.M.bij zijn kleinen cirkel waren de kruisdraden aanvankelijk ook slecht ge plaatst, maar hij wist dit bezwaar te overwinnen (Précis p. XXIII; Base du S. M. II p. 228, 260, 272; I p. 114). Op standplaatsen zoo weinig stevig, dat zij voor de tegenwoor dige theodolieten onbruikbaar zijn, kon men met deze repetitiecir kels nog behoorlijke waarnemingen doen. Ook met de luchtsgesteld- heid nam men het zoo nauw niet als tegenwoordig. Schreiber, de Directeur der Preussische Landesaufnahme heeft verklaard, dat met „Krayenhoff bezat de volledigste verzameling van werktuigen tot het doen van natuurkundige proeven en waarnemingen van geheel ons vaderland. Een groot deel er van heeft hij omstreeks één jaar voor zijnen dood te Am sterdam publiek doen verkoopen" (v. d. Weijde).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 298