285 Het gemiddelde voor Duinkerken is 14",73; de reductie op het driehoekspunt 5",34, dus dit punt 51°2'9",4; maar naar gelang der straalbreking, die men veronderstelt, is de uitkomst 8",69 tot 11". Krayenhoff nam 8",73; Bessel in 1841: 8",85Delambre zelf 9",2. Bepalingen van den nieuwsten tijd gaven 8",9 Uit de driehoeken nos 31 en 31* blijkt, dat het observatorium te s Hage 242 M. 7 ,82 noord en 353 M. oost van den toren ligt. De waarnemingen te Utrecht waren door de Gelder onjuist bere kend (zie blz. 234); ik neem de uitkomst der herberekening van Zach en Bürg. De waarneming van 28 Maart was, door het ongun stige weder, minder goed gelukt. De Domtoren ligt 16",93 ten noor den van het toenmalige observatorium (zie blz. 232). Voor Amsterdam 2) en Jever heb ik de middelbare fout van de gemiddelden berekend. De herleiding tot het driehoekspunt bedraagt te Amsterdam 3,792 M. 0",1224 en te Jever 8,787 M. 0",284. De bepalingen van het azimut Watten-Gravelines door Delambre in Juni 1793 bestaan uit 10 serieen van 128 repetities (benevens 4 verworpen serieen). De grootste onderlinge afwijking is 18". De bepalingen van Krayenhoff voor het azimut Amsterdam Utrecht in April 1811 werden verricht op 9 dagen met te zamen 48 waarnemingen (benevens 5 die verworpen zijn). De uitkomst was 332°4lT9",94 m. 3",28. Max. van één waarneming 42'2"; min. 40'44". Te Jever werden voor het azimut van Varel in Aug. en Sept. 1811 op 8 dagen 46 waarnemingen verricht (en 16 verworpen). Uitkomst 321°20'34",905 m. f. 3",02. Max. 2113"; min. 20'3". Delambre zelf was over zijne waarnemingen te Duinkerken weinig tevre den, en verklaarde: Abrégé d'Astronomie, 1813, p. 606: la latitude de Dun- kerque m'a toujours paru la moins süre des cinq. In de „Levensbijzonderheden", blz. 365 schrijft Kr.: „in de maand Februari van 1839 heeft hij aan de Hollandsche M'J van Wetenschappen te Haarlem eene mededeeling ingezonden, betreffende de geographische ligging van Amsterdam, door hem in 1811 ten nauwkeurigste en strengste bepaald. Dit stuk werd niet alleen met welgevallen ontvangen, maar is ook besloten, om hetzelve in de werken der Mjj op te nemen en te doen drukken." Ik kan deze verhandeling in de werken der M'l niet vinden.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 307