26
(zelfs S n e 11 i u s gebruikte nog deze onbeholpen manier), en reken
den steeds met zestigste deelen, die zij minuten, secunden, tertien
enz. noemden, terwijl de geheelen graden heetten. Hunne rekenwijze
is voor ons gevoel wanhopig langdradig. De koorden kwamen in
de plaats van onze sinussende andere goniometrische functien waren
hen onbekend.
De Almagest is tot in het begin der 17° eeuw het standaardwerk
der astronomen gebleven. Snellius gaf er in het jaar 1600 col
leges over.
In de 15e en 168 eeuw hebben Regiomontanus en Vieta
de trigonometrie belangrijk vermeerderdde formules verkregen
hunnen tegenwoordigen eleganten vorm door Euler (1755).
Rheticus (1576) berekende uitvoerige tafels der goniometrische
lijnen, van 10" tot 10" in 14 juiste decimalen. Tafels van 1' tot 1'
in zeven decimalen zijn in de tweede helft der 16° eeuw wel 50
malen uitgegeven, in het nederlandsch o. a. door van Ceulen en
S t e v i n. Het rekenen met deze tafels was echter nog altijd zeer
omslachtig. Neper publiceerde in 1614 de eerste logarithmentafel;
in 1620 verscheen daarvan eene nieuwe editie te Leiden. In 1617
publiceerde Briggs de gewone log. van 1 1000; in 1624 die
van 120000 en 90000110000; maar de log. vonden eerst rech
ten bijval, nadat Vlack te Gouda in 1628 en 1633 zijne groote
log. trigon. tafels had uitgegeven (10 decim. en van 10" tot 10"),
waarvan de tegenwoordige slechts naschrijvingen zijn. Snellius
heeft van log. tafels geen gebruik gemaakt; ik vermoed dat hij die
nieuwigheid wantrouwde en tevens meer decimalen voor de getallen
wenschte, dan de tafels van Neper konden geven.
Wij kunnen Snellius wel vergeven, dat hij zich eenige malen
verrekende, maar niet, dat hij in zijne werken zoo vele schrijf- en
drukfouten liet staan. In dit opzicht steekt hij zeer ongunstig af
bij van Ceulen.
De herleving der praktische sterrekunde dateert van Tyge
Brahe (geb. 1546), die in 1576 op kosten des Konings van
Denemarken op het eiland Hwen eene sterrewacht „de uranienburg"
bouwde, welke de tijd in aanmerking genomen, onze hedendaagsche
observatoria in volledigheid en vruchtbaarheid overtrof. Tyge