290 uitkomst 26s,817 geweest zijn, als de eerste en de laatste dag weg gelaten waren. Maar gelukkig bestaat er voor de lengtebepalingen een controle, die de poolshoogten en azimuts missen. Voor de laatste twee staat elk station op zich zelf; bij lengtebepalingen kan men gesloten drie- of veelhoeken vormen, waarin de som van de lengteverschillen der zijden 0 moet wezen. In 1887 waren 239 lengtebepalingen tus- schen 125 stations volbracht; er moeten dus omstreeks 115 sluit- fouten gevormd kunnen worden. Het zou een kleine moeite wezen om deze op te maken, en geen groot werk om ze voorloopig te vereffenen. Maar te vergeefs zoekt men dit in de verslagen der Internationalen Erdmessung. Slechts kleine groepen zijn vereffend. Elf lengtebepalingen in Oost-Duitschland, bijna allen door dezelfde waarnemers uitgevoerd, met 5 sluitfouten gaven een m. f. van 0S,03 voor ééne bepaling Deze uitkomst wijst weder op verborgen fou ten, want de w. fder afzonderlijke bepalingen wisselde tusschen O3,013 en 0S,007. Nog drie voorbeelden, hoe weinig beteekenis de w. f. van een lengtebepaling heeft. In 1887 werd gevonden: MemelKönigs- berg 2m143, 228 m. 0S,012; Goldap—Memel 4m469,98 7 0,016; Goldap—Königsberg 7ml Is, 147 0,009. Alzoo de sluitfout 0S,068, en de ware m.f. van één bepaling 0S,039. Voor den vierhoek Parijs, Lyon, Génève, Neufchatel zijn de w. f. 6, 14, 14 en 15 duizendste secunden, en de sluitfout 0S,43. In 1885 werd daarom ParijsLyon op nieuw bepaald, en 0S,765 grooter gevonden dan vroeger; nu is de sluitfout dus -f- 03,335. Het leng teverschil BerlijnParijs is in April en Juni 1877 gelijktijdig door twee commissies bepaald; de Fransche commissie vond 44m133,99, de Duitsche 44m13s,86 w. f. 03,005. De onzekerheid van één lengtebepaling is dus zeker niet kleiner dan 0S,03 0",45. Door een vereffening, als boven bedoeld, kan de nauwkeurigheid zeker aanmerkelijk grooter worden. Wanneer later de vraag behandeld wordt: is de triangulatie van Krayenhoff voldoende voor een graadmeting, dan mogen wij op onze breedte de tegenwoordige onzekerheid der breedtebepalingen op onge veer 0",3, die der lengteverschillen op 03,03 stellen, dat is voor beide 9 a 10 meters.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 312