296 Al was dus dit azimut aan het primaire net van Krayenhoff ver bonden, zou men er geen vertrouwen in kunnen stellen, zoolang de bovengenoemde bedenkingen niet zijn weggenomen. Voor de secun daire meting van Kr. is het een aardige bevestiging (zie blz. 229). Lengtebepalingen. Die van Krayenhoff zelf waren van geen belang (zie blz. 238). In 1803 vond J. C. A. Wagner J) uit eene waar neming der zonsverduistering van 17 Aug. 1803, dat het observato rium te Utrecht llm83,8 oost van Parijs lag, dus de Domtoren 1 lm9a,3, dat is Is meer dan tegenwoordig aangenomen wordt. Den lsten Nov. 1806 is het lengteverschil Amsterdam W.T. Utrecht obs. bepaald. 2) Moll ontstak op den toren van Loenen buskruitseinen (telkens 60 gram), die te Amsterdam door Keyser (zie blz. 232), te Utrecht door van Beeck Calkoen werden waargenomen. Het lengte verschil werd bij vijf bepalingen gevonden: 56s,9; 57,4; 56,8; 56,8 en 56,8, gemiddeld 56s,9 wat 0S,3 grooter is dan de geodesische bepaling van Krayenhoff in het jaar 1803. Men was van plan om nog meer zulke bepalingen tusschen andere plaatsen te doen, maar daartoe is het niet gekomen. Ik zie ook niet in welk nut ze in een vlak land als het onze konden hebben. Kaiser3) vond in 1829/32 uit 43 bedekkingen van 10 sterren door de maan voor de lengte der oude sterrewacht 8m35s,97 ~w. f. 0s, 19 O. van Parijs, en hieruit volgt voor den meridiaancirkel der nieuwe sterrewacht 8m35s,51. Tegenwoordig neemt men 8m35s,22 aan. Kaiser liet niet na om op te merken, dat zijne uitkomst zeer goed met de geodesische bepaling van Krayenhoff overeenkwam. Sedert het jaar 1867 zijn een aantal telegraphische lengtebepalin gen te Leiden uitgevoerd. Voor het lengteverschil met den meridi aancirkel der nieuwe sterrewacht is gevonden: Jaar. Leiden tot: Lengteverschil en w. f. Waarnemers: 1867 Göttingen 21m50^,l08 0S,022 Kam en v. H. Albrecht. Leipzig 31 37 ,679 0,04 Valentiner. U Monatliche Correspondenz von Zach, Bd. 8 s. 352; Bd. 9 s. 335. Alg. Konst. en Letterbode 1807 a blz. 21. Calkoen beschreef de be paling en is in den war met den Domtoren en het Observatorium. Zie ook Letterbode 1824 a blz. 373. 3) Alg. K. en Letterbode 1836 a blz. 379. Memoirs Royal Astron. Society 1837, vol. 10 p. 318. Er is een kleine fout in de berekening der w. f. De w. f. van één bepaling is 1",26. Het max. is 39^,47, het min. 32s,07.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 318