27 viel 1597 in ongenade en kwam 1599 met zijne instrumenten te Praag, waar hij 24 Oct. 1601 stierl. Onder zijne leerlingen noemen wij Blaeu, Kepler en Snellius. De sterrewaarnemingen van Hipparchus en Ptolemaeus waren hoogstens op 10' nauwkeurig; die van Tyge op 1' a 2', terwijl ook veel grootere fouten voorkomen: in de azimuts der torens om Hwen tot 25'. De poolshoogte van den Uranienburg vond Tyge 55°54'30" tot 45" terwijl Picard 15' vond. Zelfs H e v e 1 i u s, te Dantzig, die in de tweede helft der 17 eeuw op waardige wijze de rei der sterrekundigen afsloot, welke met het bloote oog waarnamen, kon niettegenstaande zijne uitste kende instrumenten en verbazende vaardigheid niet altijd voor Tin- staan. Auzout verklaarde in 1664, dat er geen instrumenten bestonden om de poolshoogte op 1' nauwkeurig te bepalen. Kort daarna vonden hij en Picard de kruisdradenmicrometers uit. Maar zelfs B o u g u e r, die omstreeks 1740 zijne beroemde graad meting in Peru verrichtte, was tevreden als de hoekwaarnemingen op 30" sloten. De zoogen. Hollandsche verrekijker was omstreeks het jaar 1600 uitgevonden en aan Snellius' zonder twijfel bekend. Deze kijker was voor meetinstrument ongeschikt, maar Snellius had hem bij de verkenning met groot voordeel kunnen gebruiken. Wij zouden gaarne gezien hebben, dat Snellius met de zorg vuldigheid van Picard, zijne meetinstrumenten had onderzocht en gebruikt. Maar ook dan nog zou hij niet op 1nauwkeurig hebben kunnen zijn. Snellius' metingen zijn niet beter maar ook niet slechter dan die van de voortreffelijkste zijner tijdge- nooten. Landmeters kenden de Grieken en Romeinen reeds. Heron van Alexandrie is onder hen de beroemste. Men vindt bij hem wel inhoudsberekeningen van stukken land uit de zijden en hoogten, maar niet uit de hoeken. Het meten dezer laatsten was trouwens veel minder nauwkeurig, en de trigonometrische berekening voor den landmeter van dien tijd afschrikwekkend omslachtig. Alleen rechte hoeken werden afgestoken. Omstreeks het jaar 1600 was de toepassing der trigonometrie op de landmeetkunde reeds een zeer gewone zaak. Simon

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 31