298
Er is alzoo geen merkbare loodafwijking in lengte tusschen Leiden
en Parijs; de lengte van Duinkerken vond Y. Villarceau1) in 1863
telegraphisch 9^,17 217 5, of 5",2 minder dan het geodesisch
resultaat van Delambre.
Ook de loodafwijkingen in breedte zijn niet groot. Neemt men
voor de breedte van Duinkerken met Krayenhoff 51°2'8",73 aan,
dan heeft men:
Maar in het systeem van Clarke bezit Duinkerken 51°2'8",73,
zelf reeds een loodafwijking van -f- 1",6; de geheele loodafwijking
in breedte van Leiden in dit systeem bedraagt alzoo 4",0 en die
van Jever 4",9. Dit laatste stemt vrij goed overeen met de uit
komsten van Helmert op blz. 292 vermeld. Maar, gelijk deze ge
leerde opmerkt: „die Kenntniss einer grosseren Anzahl von Lothab-
weichungen in Holland ware für das genauere Studium dieser
Thatsachen sehr erwünscht".
19. De Berekening van het Net.
Krayenhoff heeft voor al zijne berekeningen gebruik gemaakt van
de methoden, formules en tafels van Delambre, (zie blz. 226, 259).
Men moet tot het werk van den franschen geleerde: Base du Système
métriqueopklimmen om de uitkomsten van Kr. goed te verstaan.
Het zou niet moeilijk wezen om voorbeelden aan te halen, dat
bekende binnen- en buitenlandsche geleerden het Précis niet juist
begrepen hebben.
De reductie der hoeken tot den horizon en de koorden. Brengen
1) Y. Villarceau: Comptes Rendus de 1'Académie, 1866 t 62, p. 807.
Met de constanten van v. Sw.
Puiss.
Clarke.
Astronomi
sche Bep.
Astr.-Cl.
Leiden, Saaihal
52° 9'23",4
22",6
21",9
24",25 Kam.
2",4
Utrecht, Domtoren
52 5 27 ,9
27 ,1
26 ,5
28 ,4 BI.
-f- 1 ,9
's Hage, groote Kerk T.
52 4 40 ,0
39 ,3
CO
co
O
41 ,7 Kr.
-p 3 ,1
Amsterdam, W. T.
52 22 30 ,2
29 ,2
28 ,4
30 ,1 Kr.
1 ,8
Jever, Kasteel
53 34 23 ,4
21 ,8
20 ,1
23 ,4 Kr.
-f- 3 ,3