302
en dien van de daarop loodrechte verticale doorsnede voor de
breedte 51°30"'. Waarschijnlijk heeft C. S. hierbij de cohstanten
van Bessel bedoeld; met deze (zie blz. 262) is voor B 51°30
r 6382170 M. Strikt genomen moet men eiken driehoek be
rekenen met den kromtestraal van zijn eigen breedte (de gemid
delde breedte der drie hoekpunten), en dit kost ook volstrekt niet
meer moeite; het verschil is overigens zeer klein en bedraagt tus-
schen de driehoeken nos. 2 en 163 van Kr. slechts 0,0006 e.
Als voorbeeld nemen wij den grootsten driehoekn°. 86, van
Krayenhoff; de gemiddelde breedte is 52°25'de log. van Y2P. Q.
Sin A 8,7933609. De volgende lijst geeft de waarden van y
volgens de tableaux van Krayenhoff en volgens de vergel. (2) met
de R 6367512, die aan de tafels van Delambre ten grondslag
ligt. Daarnevens een tafeltje der gemiddelde kromtestralen op
52°25' volgens de constanten van blz. 262, en die op 51°30' vol
gens C. St. en volgens Bessel; met het sph. exc. van driehoek
n°. 86 volgens ieder dezer kromtestralen.
1
Geen dezer verschillen bereikt 0",07, en zij zijn dus volkomen
onschadelijk, maar wij merken toch op, dat Krayenhoff twee malen
slecht gerekend heeft, en dat C. St. dus wèl heeft gedaan met e voor
alle driehoeken nieuw te berekenen. Des niettegenstaande blijft het
een fout van C. St. om de r van 51°30' als de gemiddelde kromte
straal voor alle driehoeken te gebruiken.
Krayenhoff heeft voortdurend met duizendste deelen van secunden
gerekend. Tegenwoordig zou men dit niet meer kunnen nalaten,
HOEKPUNT.
Tabl.I.
Tabl.
III.
Vergel. (2)
Con
stanten.
B
r
voor
no. 86.
Loo
Lemelerberg
Campen
0",922
0 ,924
1 ,344
0",908
0 ,910
1 ,324
0",942
0 ,909
1 ,356
v. Sw.
P.-K.
Bess.
Cl.
52°25'
u
n
688 0607
2203
2834
3788
3",1482
66
60
51
Som y |3 ,19013 ,142
Moest wezen, met R van Del.
Fout der vergel. (2)
3 ,207
3", 1612
0,046
C. St.
Bess.
51°30'
638 2200
2170
3",1466
67