303 zonder gevaar om van oppervlakkigheid beschuldigd te worden. Maar vóór Kr. bestond die affectatie van nauwkeurigheid nog niet. Delam- bre gaf de 0",01 opdat de 0", 1 zeker zouden wezen; ook tegen woordig zou men hiermede nog ruimschoots kunnen volstaan. De 0",001 hebben geen ander nut, dan dat zij den rekenarbeid zeer vergrooten en de publicatie vertragen. Om drie redenen is bij Kr. het gebruik van de 0",001 af te keuren. 1° de nauwkeurigheid der hoekmetingen bedroeg nog lang niet 0",1, en de voorlaatste decimaal behoort bij uitkomsten, die men publiceert, vrij zeker te wezen. 2° Kr. heeft voor de herleidingen r en de tafels van Delambre gebruikt. Nu hij de derde decimaal wenschte te kennen, had hij direct naar de verge], (1) en (2) moeten rekenen (hetwelk ook vol strekt niet omslachtiger is), en zelfs dan zou voor vele hoeken de 0",01 onzeker blijven. 3° Kr. gebruikte log. sin. van 7 decimalen, waarschijnlijk die van Callet. Bij hoeken grooter dan 30° (zie blz. 268) kunnen deze op niet meer dan 0",03 nauwkeurig zijn; bij een hoek van 60° geven zij nauwelijks de 0",1. Om dezelfde reden had Kr. in tableaux II en III bij de zijden (zie blz. 224) de c.M. en m.M. als onzeker kunnen weglaten. Bij de berekeningen gebruikt men toch altijd de log. en bij een zijde van 25 K.M. is 0,000 000 I in de log. reeds 6 m.M. Al mogen wij in dit opzicht de handelwijze van Kr. afkeuren, te luide durven wij het niet doen, nu tegenwoordig het verwaarloozen van 0',005 haast een heiligschennis gelijkt. Kr. was eenvoudig, op dit slechte pad, zijn tijd vooruit. Zie blz. 8 bij Snellius. Voor de berekening der driehoekszijden is een grondlijn noodig. Als zoodanig diende (zie blz. 272) de zijde (koorde) Duinkerken- Montcassel log 4,4386781 x), die Delambre, door tusschenkomst van 25 driehoeken, uit de basis bij Melun (zie blz. 259) had afge leid. Uit de nieuwe meting van Perrier (zie blz. 265) zou volgen, Het is wel vreemd, dat Kr. driehoek n°. 1 van Delambre in tableaux II en III onjuist weergegeven heeft. In alle kolommen zijn fouten. De sph. excessen moesten heeten 0",340; 0",464, en 0",390. De log sin. hoek Duin kerken 9,8263731; de log. zijde Watten-Cassel 4,2811846; de zijde Duin- kerken-Cassel 27458,580. De sluitfout van dezen driehoek was 1",19. Maar de log. in den tekst genoemd, en waar alles op aankomt, is goed.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 325