304 dat de noordelijkste zijden van Delambre omstreeks 1/1000oo te lang zijn. Van Duinkerken tot Aardenburg-Gent vormen de driehoeken een enkelvoudige keten; met deze zijde begint de triangulatie van Ne derland, en deze zijde is dus de eigenlijke basis van Kr. voor zoo ver ons land betreft (zie blz. 271). Ik weet geen nieuwe vertrouw bare bepaling van dezen afstand. De driehoeken, die Kr. in tableaux II en III beschrijft (zie blz. 224), zijn alzoo platte koordendriehoeken, waarvan de hoekpunten op zeehoogte liggen. Zijn net is dus een deel van een veelvlakkig lichaam, beschreven in de geoïde. Deze hoekpunten zijn natuurlijk onzichtbaar; geschikt om op te richten zijn alleen de toppunten der torens en signalen. Liggen deze T en meters boven het zeeop pervlak, en is a „la distance" uit tableau III, dan is de rechtlijnige afstand der toppen a -I- langer dan a. Voor de 2 r 2 a zijde Utrecht-Amsterdam is T 100, t 80 M., a 35518, en het verschil 501 -t- 6 507 m.M., alzoo niet zonder beteekenis. Het is dus vreemd, dat Kr. niet de hoogte der toppunten boven den grond en boven de zee opgeeft (zie Précis p. 15). Delambre had dit wel gedaan. Het verschil in lengte tusschen boog en koorde a3/24z'2 z3, de verlenging eener zijde bij hare verplaatsing van het zee oppervlak tot de hoogte h h a/r 1mm,567 z h, en de diepte waartoe de koorde onder het zeeoppervlak daalt a 2/8r— 1958m.m.s2. z is de lengte der zijde a in myriameters. Het net van Krayenhofïf is definitief berekend in 18101812 en deze berekeningen zijn in hun geheel later nimmer gecontroleerd. In 1827 verbeterde men alleen de drukfouten der eerste editie (zie blz. 223), doch niet de berekening zelf. Zoo bleven b. v. de sphe- rische excessen onveranderd, ofschoon voor tableau V andere aard- afmetingen aangenomen werden. Evenzoo hebben de bewerkers der Meetkunstige Beschrijving geen tittel of jota in de tafels van Kr. durven veranderen, en zij hebben zelfs niet opgemerkt, dat er een verschil bestaat tusschen de zijden (koorden) van Kr. en de zijden (bogen) der M. B. Zie b. v. de secundaire driehoek H 135 en de bijlagen 1 en 2.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 326