Verslag der Algemeene Vergadering der leden van de Vereeniging
voor Kadaster en Landmeetkunde, gehouden te Amster
dam den 18cn November 1889 en der Tentoonstel
ling van Instrumenten en Kaartwerken, welke
aan die bijeenkomst verbonden was.
De oproepingsbrief had tegen 10 uur in den morgen de leden der Vereeni
ging in Maison Stroucken bescheidenhet werd iets later voor tot de opening
der vergadering kon worden overgegaan, een gering offer in tijd moest worden
gebracht om aan velen, die elkander in lang niet zagen, de gelegenheid te
geven handdruk en groet te wisselen.
Ongeveer half elf waren de gemoedsuitingen bedaard, had de voorzitter
den leden het welkom toegeroepen, luisterden de vergaderden met belang
stelling en aandacht, naar de openingsrede van hunnen leider.
Tegenwoordig waren de heeren Abresch, Balfoort, Baning, Boer,
Boon, v. d. Briel, van Buren Lensink, P. van Dijk,
Engelmann, G e ij 1, H. P. de Haan, W. den Hartogh, Hoff
mann, Hondius, I. Holt huizen, W. Holthuizen, Hunse,
Keurschot, A. M. de K o n i n g h, J. J. de K o n i n g h, Len
sink, Meijer, P. C. Prins, Roegholt, van Roosmalen,
Stuck i, Verhaar, Vierkant, de Vries, Vonk, Welling,
Wagemaker en van Woerden.1)
De heer J. T. H e s s e 1 s gaf ons een geschiedkundig overzicht van het
kadaster, loopende vanaf het begin dezer eeuw tot op onzen tijd.
Ontevredenheid over de ongelijkheid van den omslag der grondbelasting
riep in Frankrijk deze instelling in het leven.
Het regeeringsbesluit van 3 November 1802, waarbij werd voorgeschreven
de kadastreering van 1800 over geheel Frankrijk verspreid liggende gemeenten,
bleek bij de uitvoering niet het resultaat te zullen geven wat men er van
had gehoopt; zoodat men zich verplicht zag, de invoering van het perceels
gewijs kadaster in beginsel aan te nemen, blijkens de toelichtende memorie der
wet op de Financien van den 15en September 1807.
1) In den loop der vergadering verschenen nog de heerenE e k h o f, baron van Hemert
tot Dinsghof, Horsting, ten Oever, A. A. G. J. Soutendijk, G. W. Soutendijk^
en de Waard; op de tentoonstelling trof men nog enkele leden aan, die, volgens mededeeling
der heeren de Balbian en Hogen huis, door toevallige omstandigheden voor de vergadering
te laat waren gekomen.