311
Het batig saldo over 1888 bedraagt f 501,62s, de inkomsten beliepen een
bedrag van f 1491,79, de uitgaven een bedrag van f 990,165; de heeren
van Buren Lensink, J. J. de Koningh en Welling nemen,
daartoe uitgenoodigd, welwillend de taak op zich der naziening van de
rekening en verantwoording.
Naar aanleiding van de verleden jaar te Utrecht gehouden vergadering
heeft het Bestuur aan den Minister van Financiën een adres gericht van den
volgenden inhoud:
„De ondergeteekenden, uitmakende het Bestuur van de Vereeniging voor
Kadaster en Landmeetkunde, nemen de vrijheid met verschuldigden eerbied
onder de aandacht van Uwe Excellentie te brengen:
„dat op de algemeene vergadering der leden van de genoemde vereeniging,
den 20en Augustus jl. te Utrecht gehouden, met eenparige stemmen zijn
aangenomen de volgende stellingen:
1°. Het tegenwoordige kadaster, slechts bruikbaar voor de heffing der
grondbelastingis onvoldoende voor de verzekering van den grondeigendom en
der reehten van hypotheekhouders
Hij geleidelijke verbetering door hermeting dienen die rechten verzekerd
en maatregelen getroffen te worden, teneinde die verbetering afdoende en
duurzaam te doen zijn en blijven.
2°. Het kadaster van iedere nog te hermeten gemeente behoort te bestaan
uit een eigendoms- en een belastingkadaster, met elkander vereenigd maar
niet verward.
3°. De grenzen van den eigendom bij het eigendomskadaster worden
verzekerd ten opzichte van vaste punten, waarvan de plaatsen op het terrein
steeds met voldoende nauwkeurigheid bepaald kutinen worden en welker
onderlinge ligging bekend is.
4°. Bij de wet, die aan de metingen voor het eigendomskadaster bewijs
kracht in rechten toekent, worden de verplichtingen der eigenaren en bezitters
geregeld, teneinde de invoering en instandhouding van het eigendomskadaster
mogelijk te maken.
5°. Het eigendomskadaster dient tot grondslag van het belastingkadaster
„dat deze stellingen uiting geven aan de onder deskundigen hier te lande
algemeen heerschende overtuiging, dat het kadaster, bij geleidelijke ver
nieuwing door hermetingen, behoort te worden opgebouwd op andere en
betere grondslagen; dat zoowel het nut als de duurzaamheid van het te
vernieuwen kadaster samenhangt met de technische en juridische begin
selen in hun onderling verband
„dat eene wettelijke regeling der bewijskracht, aan de metingen en aan de