30
de lijn Antw. Br., dan moet gij ze „derdewerf dweers van een ander
plaetse aansien." Later zegt Gemma nog: „Men soude hier
vele mogen bringhen uut die tafelen van Sinus, maer dat hebbe
ik alwillens achtergelaten, om dat te groot ende te hooge is voor
den gemeynen man."
Gapittel 2. Constructie eener kaart als alle rechte distantien
tot twee plaatsen bekend zijn.
Gapittel 3. „Om te vinden de distantie van eenigher plaetsen
die ghij sien meucht, hoeverre datse oock verschilt," meet men een
basis die met het gezochte punt een rechthoekigen driehoek
vormt en meet in dezen driehoek nog eene lijn b evenwijdig aan de
basis en op een afstand c van dezen. De gezochte afstand is dan
--. Of, capittel 4, gij meet den scherpen basishoek met een in-
ab'
strument, waarop rechtstreeks de tangens is af te lezen.
Capittel 5. Meet een basis, en de hoeken van dezen met de
lijnen naar verschillende plaatsen getrokken. Na constructie op
een bekende schaal, is ook de onderlinge afstand dezer plaatsen
op het papier uit te meten.
Gapittel 6. In kaart brengen als bekend zijn de distantien en de
azimuts (voerstraalmethode van S c h o 1 s).
Capittel 7. Hoe men het „verschil der [geographische] lengden
bekennen sal uuter differentien der breeden en de rechter distantien."
Dit geschiedt door het theorema van Pythagoras, bekend zijnde
1 breedte 15 mijlen en een tafel van de lengtegraden.
Naschrift. Geheel nauwkeurig kunnen deze „carten int plane"
niet zijn: de lengten, afstanden of azimuts zullen eenige minuten
fout zijn. „En die reden is dese, dat tgene dat spheerwijs is, niet
en accordeert metten effenen.."
Mij dunkt dit geschrift hoogst merkwaardig: de theorie der trian
gulatie is er volledig in ontwikkeldde berekening „met die tafe
len van Sinus (zie boven) zou voor Gemma geen bezwaar
hebben gehad. Maar het blijkt niet, dat de methode door hem ol
een ander ernstig is toegepast. De uitgave van het jaar 1609 Am
sterdam, die ik boven steeds citeerde, is geheel gelijk aan die van 1533.
De werken van Eratosthenes, Ptolemaeus en Gennna