38 kunnen eischen. Hij geeft echter niets dan eene aanhaling uit Kastner, en in het fransch eenige bijzonderheden over het werk van Snellius, die bewijzen, dat hij het niet nauwkeurig had gelezen of nagerekend. Wanneer het stukje van Verdam niet zoo onbeduidend ware geweest, maar de resultaten der historische nasporingen van D e 1 a m b r e en eene volledige bespreking van het geval van Snellius had behelsd, ware wellicht de naam van Pothenot verdrongen. Thans schijnt deze onsterfelijk geworden te zijn en wordt voortdurend gebruikt ook door hen die beter weten, b. v. Jordan, Vermessungskunde 1877, I S. 314. Wij behoeven ons niet te ergeren. Van Hipparchus en Snellius zullen naam en werk onsterfelijk blijven ook zonder het problema. Slotsom. Rechtvaardig zou het wezen om met Delambre van het problema van Hipparchus te spreken. Snellius gaf het eerst eene constructie en eene oplossing die aan alle eischen van zijn tijd voldeden. Pothenot vond de constructie wellicht zelfstandig, maar lang na Snellius en Collins, en op een tijd toen geen wiskun dige in de oplossing bijzondere moeielijkheden zou gezien hebben. Hoofdstuk II. Willem Jansz. Blaeu. J) Willem Jansz. Blaeu, ook wel Janssonius ofCae- sius genoemd, werd in 1571 te Alkmaar geboren. Van 15941596 was hij werkzaam bij Tyge B r a h e. Daarna vestigde hij zich te Amsterdam, eerst op het Water (Damrak) later op de Bloem gracht, als boekdrukker enz. Zijne atlassen, globes en astronomi sche instrumenten waren wereldberoemd. Hij stierf in 1638; in zijne zonen had hij waardige opvolgers. De Groote Atlas2) van Wat men van Blaeu en zijne werken weet is bijeengebracht door P. J. H. Baud et, „Leven en werken" van W. J. Blaeu. Prijsverhan deling uitgegeven door het Prov. Utr. Gen. 1871, en in eenige latere klei nere opstellen van den zelfden schrijver. 2) In deel I vindt men prachtige teekeningen der sterrewacht en instru menten van Tyge Brahe.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 42