57
men nog die ondernemende mannen die getracht hebben den aardbol te meten.
Het geniaal denkbeeld van Eratosthenes verdient daarom, ongeacht de on
volkomenheid der practische uitvoering, nog heden de hoogste waardeering.
In de practijk, d. w. z. als zij het verschil in lengte en breedte van twee
plaatsen in stadiën uitdrukten, hielden zich de geographen tot den aanvang
onzer tijdrekening, zooals Hipparchus, Posidonius, Dionysodo-
ruis en Strabo, aan den aardenomtrek van 252.000 en van den graad
van 700 stadiën.
Hipparchus (f 125 V. C.) maakt melding van eene meting „van lateren
tijd", die echter niet werkelijk van die van Eratosthenes afwijktzelf heeft
hij ook eene waarde voor den omtrek der aarde bekend gemaakt, die onge
veer 2600 stadiën grooter is dan die van Eratosthenes.
Het staat vast dat Hipparchus den afstand tusschen Syene en Alexandrie
op 5000 stadiën schatte, gesteld nu dat hij het verschil in breedte op
7Köm10s (volgens eigene waarneming van Eratothenes) aangenomen heeft,
dan had hij eene vermeerdering van 1250 stadiën voor den omtrek verkregen,
bijgevolg wordt het vermoeden gerechtvaardigd dat de Egyptenaren den om
trek op 6364 schöni berekend hebben, waaruit Hipparchus 254560, Eratos
thenes echter, daar de graad het ronde aantal (700) stadiën verkreeg, slechts
252000 maakte.
Posidonius, (80 V. C.) uit Apamea in Syrië geboortig, was een vriend
van Pompejus en Cicero en geldt bij Strabo voor den grootsten philosooph
van zijn tijd.
Hij leefde lang in Rhodus en merkte op dat de ster Campus zich aldaar
nauwelijks boven den horizon verheft, terwijl zij in Alexandrie eene hoogte
bereikt die het 48ste gedeelte van den cirkelomtrek bedraagt hij besloot
daaruit dat het breedteverschil tusschen die beide plaatsen, die hij zich op
denzelfden meridiaan dacht, gelijk was aan het 483tegedeelte van den cirkel
omtrek (7630m), en aan de overtuiging vasthoudende dat de afstand 5000 stadiën
bedroeg, schatte hij den omtrek der aarde op 240.000 en den graad op
6662/3 stadiën, welke uitkomst alzoo 11% afwijkt van de in nieuwere tijden
gevonden waarde.
I d e 1 e r (f 1842) heeft aangetoond dat wat de hoogte van de Ster
aangaat, de veronderstelling niet geheel juist is, en dat er waarschijnlijkheid
bestaat dat Posidonius nooit eene zorgvuldige waarneming heeft gedaan.
Daar de afstand tusschen Alexandrie en Rhodus door de meeste zeelieden
op 4000 stadiën geschat werd, zoo moet hij de 5000 stadiën voor dien af-
Volgens Ideler bereikte het sterrebeeld „Canopus" ten tijde van Posidonius slechts
eene hoogte van 6g31m te Alexandrie en te Rhodus eene hoogte van 169m, het verschil
in breedte dier plaatsen bedroeg dus slechts 5s22m.