84 De aansluitingshoek 8 wordt dan in Tr. Fr. 13 berekend volgens de formules: c sin xp sin X s <5 n (xp X) Aanbeveling verdient het op een tweede aansluitingspunt eveneens een richting naar een trigonometrisch punt waar te nemen en hiernaar <5 nogmaals te berekenen Is het niet mogelijk op een der aansluitingspunten aan een ontoe gankelijk trigonometrisch punt, de richting naar een ander trigono metrisch punt waar te nemen; doch komen in het trigonometrisch punt drie of meer polygoontrekken samen, zoodat uit ieder dezer trekken, bij benadering de neiging van een der van het trigonometrische punt uitgaande polygoonzijden afgeleid kan worden, dan wordt de middelbare neiging dezer aansluitingszijde berekend in Tr. Fr. 21, op de wijze als plaats vindt bij de berekening van knooppunten, voor eene van het knooppunt uitgaande polygoonzijde. De voorloopige neigingen tl v& [|S] en het aantal n, der in iederen trek voor de vorming der voorloopige neigingen 11 gebezigde brekingshoeken worden volgens Tr. Fr. 19, 1) De bijgevoegde formulieren geven hiervan geen voorbeeld, de eenvoud van het geval maakt zulks trouwens overbodigaangezien hij de toelichting tot de behandeling der formulieren Anw. IX op den voet door mij werd gevolgd, laschte ik de theoretische beschouwing volledigheidshalve in.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1889 | | pagina 90