123 inkomsten door de landbouwende bevolking, uit welken hoofde dan ook, verkregen, genoeg over wordt gelaten om op hare eenvoudige wijze te leven. Art. 4. Door het desa-bestuur wordt de individuëele aanslag gedaan, in verhouding van elks inkomsten en zoodanig, dat de som der onderdeelen het voor de geheele desa vastgestelde bedrag uitmaakt. Art. 5. Elk aangeslagene kan zijne bezwaren tegen den individuëelen aanslag bij den controleur; elke desa de hare tegen algemeenen aanslag bij een daarvoor aangesteld inspecteur inbrengen. De controleur beslist daarin, na het desa- bestuur, de Inspecteur na den Resident gehoord te hebben. Art. 6. enz. bepalen de wijze van inning, storting enz. Door al wat men meer wil bepalen zouden alleen banden gelegd worden, die verhinderen, hier het systeem van schipperen en admodieeren toetepassen waarop dit geheele stelsel bij slot van rekening toch voor een groot deel feitelijk gebaseerd is. Dat deze jaarlijksche vaststelling van belastingcijfers voor desas en individuen een reuzenwerk zou zijn, behoeft geen betoog, evenmin als het noodig is, de noodzakelijkheid van die jaarlijksche vaststelling zelve aan te toonen. Het spreekt verder vanzelf, dat men, om op deze wijze billijk te kunnen aanslaan, bekend moet zijn met den geheelen oeconomischen toestand van elke desa en de wijzigingen, die zich daarin jaarlijks voordoen. Dat die kennis tot nu toe zeer gebrekkig was, en dat de aanslag niet consciëntieus in den geest van bovenstaande artikelen, maar voor een gedeelte volgens globale raming, voor een ander gedeelte volgens de opgaven der belastingschuldigen en ten slotte zoo wat bij loven en bieden plaats had, is meer dan eens bewezen. De inleiding op het „Ontwerp eener landrente-ordonnantie" van den Hoofd inspecteur der cultures Dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke bevat van het daar even beweerde tal van voorbeelden. Zoo zegt volgens die inleiding, de „Toelichting op het „le ontwerp der ordonnantie van 1872", dat de gebreken die de regeling van 1819 aankleefden talrijk waren evenals de misbruiken, waartoe daar aanleiding werd gegeven. „Dit werd toegeschreven aan het niet-stellen van vaste regels. De schatting „bij admodiatie, ras ontaard in een stelsel van loven en bieden,de ongecon troleerde omslag over de gemeenten, waartoe de belastingschuldigen behooren, de heffing naar telkens veranderde inzichten, het telken jare afwisselen „der op het product drukkende belasting, het ontbreken eener bepaling, „die het gouvernements aandeel regelt, dat alles had een toestand in het leven

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 129