135
onroerende goederen vervreemden of met hypotheek bezwaren, naar
de juistheid hunner beweringen, naar de herkomst hunner rechten;
dat hij zorgt voor behoorlijke legitimatie van vertegenwoordigende
personen, dat hij met zijne kennis en ervaring de belangen zijner
cliënten behartigt. Was hij nu tegenover zijne cliënten aansprakelijk,
indien dergelijk onderzoek enz. hem uitdrukkelijk of stilzwijgend opge
dragen, door hem niet verricht werd op de wijze als van een diligent
notaris mag verwacht worden, dan was er wel geen volledige zeker
heid, doch de voordeelen der notariëele akten zouden groot genoeg
worden om ons over de bezwaren tegen de uitbreiding ervan te
doen heenstappen. „Het geldt hier transactiën, waarbij niet alleen
de handelende partijen belang hebben maar ook de volgende eigena
ren van het voorwerp der transactie, de schuldeischers en verdere
regthebbenden daarop, de publieke orde, de Staat zelf, voor wien
onzekerheid en verwarring omtrent het recht van eigendom van
onroerende zaken op den duur de meest bedenkelijke gevolgen kan
na zich slepen." (Mem. v. Toel. b. h. wetsontwerp v. 1860).
De Staatscommissie stelde verder maatregelen voor tot meerdere
zekerheid van hypothecaire inschrijvingen en tot bestrijding van de
verwarring in de boekhouding.
De inschrijving is een accessoir recht, afhankelijk van de hoofd
verbintenis. Het recht van hypotheek kan zonder doorhaling der
inschrijving tenietgaan (B. W. art. 1253, 1710). Alsdan verliest
de inschrijving hare kracht. Dit is evenwel bij latere geldleening
voor den geldschieter niet voldoende; hij verlangt het bewijsineen
getuigschrift van onbezwaardheid, dat geen andere hypotheek op
het goed drukt.
De doorhaling der inschrijving doet een hypotheek slechts teniet
gaan, als zij geschiedt op toestemming van den bevoegde.2)
Men vindt dus in de registers inschrijvingen die alle kracht missen,
en doorgehaalde inschrijvingen, die rechtens nog bestaan.
Dus in den zin als uiteengezet wordt door Mr. M. W. F. Treub:
Civiel-rechtelijke verantwoordelijkheid van den notaris, blz. 68 k 78.
2) Zelfs de ingeschreven schuldeischer is tot het geven van toestemming tot
doorhaling onbevoegd, indien hij zijne hypothecaire schuldvordering in pand
heeft gegeven. Voor de rechtsgeldigheid dezer pandgeving is aanteekening in de