139 biz. 37 art. 28 en biz. 51 art. 48) geeft er alle aanleiding toe. De bewaarders dachten er zelf ook zoo over.2) Het was te voorzien, dat zij wegens den minsten twijfel aan de bevoegdheid des toe stemmers de doorhaling zouden weigeren en liever als lastige potentaten de ontwikkeling van het grondcrediet zouden in den weg staan, dan als wettelijke Staatsdobbelaars hunne borgtocht en hun vermogen op het spel zetten. De aansprakelijkheid van den grondboekrechter is veel beperkter; zijn onderzoek naar de bevoegdheid des toestemmers wordt door de werking van het grondboekstelsel zelf en door eene strenge onder scheiding tusschen persoonlijke en zakelijke rechtsverhoudingen zeer vergemakkelijkt, zooals we reeds in het vorig hoofdstuk gelegenheid hadden uiteentezetten. Tevens bleek daar dat vervallen inschrij vingen wel kunnen doorgehaald worden, zonder tot periodieke ver nieuwing de toevlucht te nemen (Aufgebotsverfahren). Ook hier te lande had men overigens de bezwaren wel grooten- deels kunnen ontgaan, door de aansprakelijkheid tegenover het publiek overtebrengen van den bewaarder op den Staat. De be waarder zou dan een ambtenaar geworden zijn, onderworpen aan de te geven voorschriften, en in twijfelachtige gevallen uitvoerder van de beslissingen van de overheid. De thans door de bewaarders genoten rechten zouden ruimschoots voldoende zijn, zoowel voor een behoorlijke bezoldiging dier ambtenaren, als voor het vormen van een assurantiefonds, ten einde daaruit te voldoen aanspraken op den Staat van benadeelden door verrichtingen ten hypotheekkantore. gelijke van negatieven aard. Vooral Colenbrander toont zich zeer vruchtbaar in deze casuistiek op wetgeleerd gebied en prof. Gratama (blz. 59) treedt in zijn voetspoor. Daargelaten de vraag, of deze opvattingen juist zijn, (v. d. Bilt blz. 69, 70 is van eene andere meening) in elk geval dwalen deze schrijvers, waar zij meenen eene bevestiging van hun gevoelen te vinden in het Duitsche legaliteits-beginsel. De aansprakelijkheid van den grondboekrechter is beperkt tot de schade, welke voortvloeit uit zijne nalatigheid, onvoorzichtigheid of onkunde. Zijn onderzoek strekt zich althans volgens de nieuwere wetgevingen, zooals in het vorig hoofdstuk werd uiteengezet niet uit tot de gebreken in de rechts handeling, waarop de toestemming tot inschrijving of tot doorhaling gegrond is. l) Verslag der vergadering van hypotheek-bewaarders Juni 1871.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 145