10 biz. 98 terecht opmerkt, „geen spoor van werking toegeschreven. Zij heeft geene werking hoegenaamd, noch tegenover den niet- ingeschreven eigenaar, noch tegenover derden. De ingeschrevene wordt niet als bezitter beschouwd; er bestaat geen vermoeden te zijnen voordeele; hij kan nimmer op grond der inschrijving door verjaring den eigendom verkrijgen, en wat derden aangaat, de handelingen, die zij met den ingeschrevenen aangaan, zijn van kracht, zoo hij eigenaar is, maar missen in het tegenovergestelde geval alle regtsgevolg; terwijl de handelingen m,et den niet ingeschreven eigenaar aangegaan even geldig zijn, als wanneer hij ware ingeschreven." De gebreken in den vorm der akten blijken in den regel uit de registers. Doch ten einde omtrent de geldigheid van den inhoud der opvolgende akten eenige zekerheid te verkrijgen, moet onze onderzoeker, grootendeels binten de registers om, uitmaken, of de partijen bevoegd waren tot de geconstateerde rechtshandeling. Het bewijs daarvoo- is dik wijls van negatieven aard: bijv. dat geen huwelijksvoorwaarden be stonden, dat een der partijen niet onder curateele gesteld of niet failliet was, of geen boedelafstand had gedaan enz. Verder moet onderzocht worden of er geen vergissing heeft plaats gehad in de aanduiding van het onroerend goed, wat vooral bij onderhandsche akten veelvuldig voorkomt; verder of personen, die namens anderen handelen, zich behoorlijk hebben gelegitimeerd en of de voorwaarden zijn vervuld. Eindelijk behoort, vooral bij onderhandsche akten, het onderzoek zich zelfs uittestrekken tot de identiteit en bekwaamheid2) van partijen. Zijn onderhandsche stukken met kruisjes 3) gemerkt, ,,De eenige zeer geringe uitzondering geeft art. 1927 B. W„ waarbij bepaald is, dat de overschrijving in de openbare registers begin van bewijs bij geschrifte kan geven". 2) Onbekwaam zijn in 't algemeen minderjarigen, getrouwde vrouwen, onder curateele gestelden, krankzinnigen, enz. 3) Het Bestuur der Registratie heeft de overschrijving toegelaten van met kruisjes gemerkte akten, zie P. W. 1846/2 N°. 275 en 1857/1 N°. 2903. „Van de 27936 koop- of andere akten, welke in 1856 in Nederland zijn overgeschreven, waren 8161 in onderhandschen vorm oggemaakt en daarvan 588 met kruisjes geteekend" fBachiene, Themis 38 stuk 1866, overdr. blz. 16). „Het Bestuur der Registratie liet stukken, waaronder kruisjes geplaatst waren, in weerwil van een arrest van den Hoogen Raad, toe. Dat zijn naar ons regt geen akten, nog slechts concepten, waarin dus geen valschheid kan

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 14