145
den koopprijs hebben voldaan, kapitalen in den grond hebben ge
stoken om dien te verbeteren, of hunne goede trouw steunde op een
ernstig onderzoek naar het recht van hunne voorgangers, of het
bepaald onmogelijk was, het betwistbare van het recht van B te
kennen, dat alles doet niets ter zake!
Ook in het grondboekstelsel zegeviert A over B. Komt de nietig
heid van het testament aan het licht, dan moet B wijken, al is hij
als eigenaar in het grondboek vermeld. Doch het recht van C is
hier sterker dan dat van A, blijkens het grondbeginsel
Wie te goeder troa,wkrachtens geldige overeenkomst, venverft van
den ingeschreven eigenaarverkrijgt door inschrijving het onomstoote-
lijk zakelijk recht.
A verliest dus door de handeling van B het zakelijk recht. Wist
C echter, dat B geen eigenaar was, of onbevoegd was om te ver
vreemden, of had hij dit kunnen weten door een onderzoek in het
grondboek, of had de overdracht om niet plaats, dan wordt de goede
trouw van C niet erkend en het recht van A beter geacht dan het zijne.
Velen hier te lande scheppen zich een onjuist beeld van het
grondboekstelsel; zij vormen zich eerst een abstract begrip van
absoluut recht, redeneeren dan voort op dit in de lucht zwevend
begrip, en komen natuurlijk tot allerlei onjuiste gevolgtrekkingen.
Door in het absolute van het grondboekrecht, in de formeele
waarheid van het ingeschrevene het hoofdbeginsel te zoeken en bij
gevolg in elke beperking daarvan eene verzwakking te zien, ver
warren zij het werktuig met het produkt, het middel met het doel.
Het ligt voor de hand, dat het formeele in het grondboekrecht
middel is, geen doel. Doel is: volkomen rechtszekerheid voor derden
die met een goede trouw, welke op onderzoek in een openbaar
register steunt, hunne kapitalen aan den grond toevertrouwen.
De rechtszekerheid begint in het grondboekstelsel alzoo daarwaar
het algemeen belang begint. Het algemeen belang wordt door het
l) „Die Rtlcksicht auf den Verkehr erheischt nur den Schutz des Dritten,
der in Unkenntnisz der wirklichen Sachlage von dem zu unrecht Eingetrage-
nen erwirbt." (Motive z. d. Entwurfe e. bürg. Gesetzb. f. d. Deutsche Reich III
S. 139).
Tijdschrift v. Kad. en Landmeetk. 1890. 10