148
2°. eerst door de boeking moet het recht tot vervreemding en
bezwaring verworven worden, ook bij verkrijging op grond
van een feit (dood, huwelijk enz,)
Tegen toepassing van laatstgenoemden maatregel, onder behoud
van het negatieve stelsel, komt de Staatscommissie op in deze
forsche woorden: (Verslag blz. 85) „Tot zoodanigen diepen greep
in den bestaanden en in de volksovertuiging gewortelden regtstoestand
wettigt zelfs niet het groote nut in eene volledige openbaarheid ge
legen." In de volksovertuiging geworteld! Zou het waar zijn? Laat
dan alle hoop varen.
Immers de wet moet uitdrukking geven aan het recht, zooals het
leeft onder het volk. „Dasz bei normaler Rechtsbildung das Volks
recht der Grund und die Quelle alles Rechts ist, wird heutigen
Tages auch theoretisch nicht mehr bestritten." (Dr. C. A. Schmidt
die Reception des römischen Rechts in Deutschland S. 307).
Het recht behoort zich in de maatschappij te ontwikkelen, naar
hare behoeften zich te regelen zoo leert de tegenwoordige rechts
wetenschap. Ja, zoo moet het zijn; zoo was het ook, vóór de
de receptie van het Romeinsche recht.
De Germaan kende zijn recht. Het individu, al kende het de
tallooze rechtsregelen niet, het wist ze bij intuitie toetepassen. Bij
de overplanting van het Romeinsche recht op vreemden bodem werd
het geen volksrecht maar juristenrecht. Het werd niet door het
volk aangenomen maar door de juristen opgedrongen Het corpus
Puchta, Pandecten S. 2: „So gelangte das römische Recht an Deutsch
land, wo es sich gleic'n anfings des Geistes der gebildeten Staatsmanner und
der Gelehrten bemachtigte, dann in die höheren und niederen Gerichte ein-
trat, .endlich selbst dem unmittelbaren Volksbewustsein nicht fremd blieb.
Nicht fremd!
Dr. C. A. Schmidt, Die Reception des römischen Rechts in Deutsch
land, Rostock 1868, Vorrede VII: „Es ist indesz merkwürdig, das dasselbe,
was wir für die Gegenwart als eine unzweifelhafte Thatsache betrachten
(die Reception des römischen Rechts sei eine vollendete geschichtliche
Thatsache) vom Beginne des Receptionsproceszes an zu allen Zeiten ge-
glaubt ist." S. 253: „Diese Uebereinstimmung der gerichtlichen Praxis mit
dem Volksrechte wurde nalürlich durch die Besetzung der Gerichte mit
gelehrten Richtern zerstört, und die nachste Folge davon war, dasz der Aus-
