151 eine Assimilirung, eine innerliche Aneignung sein. Das römische Recht als Gesetzbuch in fremder Sprache hat diesen Assimilirungs- prozesz nie durchmachen können, und musz daher auch wieder ausgestoszen werden, dahingegen ist von seinen materiellen Grund- satzen eine grosse Zahl im Laufe der Jahrhunderte ganz in unser Fleisch und Blut eingegangen und dieser Bildungsprozesz laszt sich weder rückgangig machen noch ignoriren" (Ihering: Geist des röm. Rechts S 2. 3.) Ongetwijfeld moet bij eene wet ter invoering van een positief stelsel worden afgeweken van menige bepaling in ons burgelijk wetboek. De codificatie van ons burgelijk recht omvat of be hoort te omvatten in de eerste plaats de rechtsbegrippen, welke leven in het volksbewustzijn. Hun getal is helaas! gering. Doch daarnaast behelst de codificatie een heerleger van bepalingen, allerlei zaken regelend, die nu eenmaal regeling behoeven voor maatschap pelijke orde en wettelijke regelmaat, ter beslissing van vraagpunten, die zich bij elk onderwerp voordoen, bepalingen echter van zuiver willekeurige wetgeving, die evengoed zus als zoo kunnen geregeld worden en waarvan de leek op rechtskundig gebied in den regel geen of weinig kennis draagt. Zou nu het grondbeginsel van het negatieve stelsel leven in de volksovertuiging? Met het bevestigend of ontkennend antwoord op deze vraag behoort naar de heerschende rechtswetenschappelijke theorie het negatieve stelsel te staan of te vallen. Wanneer men in zake grondeigendom spreekt van volksovertui ging, dan is daarmede natuurlijk bedoeld het bewustzijn van de on middellijk en meest belanghebbenden, d. i. van de „boeren," om naar de gewoonte der stedelingen maar eens alle gewone plattelanders onder dien naam te vereenigen. Welnu, zou de boer het rechtsbewustzijn in zich omdragen, dat het eigendomsrecht op zijn erf betwistbaar kan zijn, omdat misschien het recht van den vorigen bezitter (of een van diens voorgangers) die het hem behoorlijk verkocht en leverde, betwistbaar was? Wie den boer kent, weet wel beter! De boer acht zich -zelfs bij verkrijging door erfrecht niet in werkelijkheid eigenaar zoo lang het goed niet op zijn naam staat. Maar dan ook is hij vol komen gerust. Het zal nimmer gelukken om C, in ons boven be-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 157