152 handeld voorbeeld, te overtuigen, dat hem geen schreeuwend onrecht wordt aangedaan indien zijn goed ten behoeve van A wordt uitge wonnen. Zelfs A zal niet gelooven aan de mogelijkheid, zijn recht onder C te vervolgen, zoolang zijn advocaat hem niet wijst op dien wettelijken weg. En is A iemand, wiens billijkheidsgevoel sterker spreekt dan zijn baatzucht, hij zal, indien hij overtuigd is van de goede trouw van C, zich met het vervolgen zijner persoonlijke aan- spraken tegen B tevreden stellen. Het rechtsbewustzijn bij onze boeren en bij hen niet alleen maakt den indruk dat, ten spijt van het opgedrongen juristenrecht, de oud-vaderlandsche rechtsregel: openbaarmaking door vestiging of boeking schept onomstootelijk recht, nog voortleeft. Wel is waar wordt bij hen ook een weerzin waargenomen tegen het brengen ter kennis van de landskantoren van elke wijziging in het onroerende zakenrecht, doch dit spruit voort uit de ervaring, dat die bekendmaking hen tevens in aanra king brengt met den fiscus, en overboeking dikwijls ondragelijke geldelijke opofferingen eischt. Staat in beginsel vast, dat invoering van het Torrens-stelsel wen- schelijk is, dan kunnen de bezwaren niet onoverkomelijk zijn. Wie beweert, dat het een te diepen greep zou doen in het weefsel onzer wetgeving, veroordeelt die wetgeving of het volk dat er onder ge bukt gaat. Een volk, dat niet de kracht bezit, zijne wetgeving principiëel omtewerken, indien dit noodig is voor de behoeften der maatschappij, zou verdienen onder de „nations éteintes" te worden gerangschikt. „In het conservatisme der juristen schuilt een groot gevaar. Op den duur hervormingen tegen te houden, daartoe is het onmachtig; de wassende stroom der openbare meening bekommert zich weinig om de dammetjes, die de rechtsgeleerden met hunne dogma's op werpen." (Prof. Mr. H. L. Drucker, Begrip en dogma in de rechts wetenschap blz. 23.) Dergelijke uitingen x) wijzen op eene kentering in het streven In de openingsrede van de algemeene vergadering der Nederlandsche Juristenvereeniging, den 29 Aug. 1889 te Amsterdam, merkte de voorzitter Mr. E. A. Rahussen o. a. op: „Wij zijn niet wat wij kunnen zijn. De

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 158