INDEELING VAN TERREINEN EN AFPALING VAN
EIGENDOMS-GRENZEN. i)
Het zij mij vergund, uit het Verslag onzer Vergadering van ver
leden jaar, in herinnering te brengen een tweetal der stellingen door
de Heeren Gombault en Engelmann opgeworpen.
Ik heb het oog op stelling 1 en 4.
Stelling 1 luidt:
„Het tegenwoordige kadaster, slechts bruikbaar voor de heffing
der grondbelasting, is onvoldoende voor de verzekering van den
grondeigendom en der rechten van hypotheekhouders."
«Bij geleidelijke verbetering door hermeting dienen die rechten
verzekerd en maatregelen getroffen te worden, ten einde die ver
zekering afdoende en duurzaam te doen zijn en blijven."
en stelling 4
„Bij de Wet, die aan de metingen voor het eigendoms-kadaster
bewijskracht in rechten toekent, worden de verplichtingen der eige
naren en bezitters geregeld, ten einde de invoering en instandhouding
van het eigendoms-kadaster mogelijk te maken."
Deze beide stellingen en het door mij gekozen onderwerp houden
verband; de wijze van behandeling zal het kenmerk dragen eener
zeer algemeene, zelfs oppervlakkige beschouwing.
De maatregelen waarvan in stelling 1 sprake is kunnen worden
verdeeld in twee zeer verschillende soorten, in maatregelen van
technischen aard en in maatregelen van administratieven aard.
Het ligt voor de hand, dat zoo het hier al de plaats zou zijn
voor eene bespreking der maatregelen van technischen aard, hiertoe
slechts terloops kan worden overgegaan in verband met den tijd
Deze verhandeling werd voorgedragen op de Algemeene Vergadering
gehouden te Amsterdam, den 18en November 1889.