184 De tijd noodig voor de opmeting eener eigendomsgrens hangt in hoofdzaak af van hare lengte en van haren vorm. Eene rechte grens laat zich het snelste opnemen; raakt zij ver loren, het gemakkelijkste herstellen. Bij eene grens gevormd door eene gebroken lijn wordt opmeting en uitzetting tijdroovender. Grenzen gevormd door kromme lijnen komen het minste tegemoet aan de voorwaarden waaraan voldaan moet worden, om eene opme ting snel en tegelijk nauwkeurig te doen plaats vinden. De onkosten aan de opmeting verbonden nemen toe, naarmate de omstandigheden ongunstiger worden. De ongunstigste omstandigheden heeft men, wanneer grillige ter reinvorming gepaard gaat aan groote versnippering van het grond bezit; want hoe grooter versnippering van den bodem, des te meer eigendomsgrenzen. Bouwblokken begrensd door vloeiende lijnen, toekomstige rooi lijnen van straten, zijn verwerpelijk uit meer dan een oogpunt. De vloeiende lijn wordt door de bebouwing eene gebroken lijn; onwillekeurige verzwegen eigendomsovergang is daarvan het gevolg. De eigenaar van den grond, bouwondernemer, bouwt als gevel lijn zijner huizen geen gebogen muur, zal dus of grond van den weg innemen, of grond aan den weg afstaan. Gemis aan voldoende technische gegevens om de oorspronkelijke grens van het bouwblok uit te zetten, verhindert veelal den aard der wijziging van de grens te constateeren. Volgens de voorschriften handelende kan men dus den weg en de huizen er langs gebouwd, wederkeerig in medeeigendom te naam stellen, waardoor men zoowel de boekhouding bij het kadaster als bij de hypotheken in de war stuurt; de voorkeur verdient het den toestand van bezit na de bebouwing, als dien van den eigendom aan te merken, in geval het waarschijnlijk moet worden geacht dat akten van grensrectificatie achterwege zullen blijven. De vloeiende lijn heeft o. m. nog dit nadeel, dat zij in hooge mate vooruit loopt op den vorm der te bebouwen erven. De perceelen moeten den in ieder opzicht lastigen geerenden vorm aannemen. Voor de vloeiende lijn, gekozen ter tegemoetko ming aan het schoonheidsgevoel, mag slechts eene bescheiden

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 190