214 gegevens in denzelfden geest op te leveren, al zou het ook wat minder juist en niet bloks-, maar desasgewijze moeten zijn. Als men dus met de streken waar deze opneming niet gewerkt heeft, begint, dan kon men de volgende vordering verwachten. De gemeten 600.000 bahoes, d. i. 1/8 v.an het geheel, wachten alleen op de taxatie; verder kan jaarlijks 1 /ls gereed komen, zoodat men na onge veer 8 jaren gereed zal zijn met alles wat de statistieke opneming niet gemeten heeft. Op dit tijdstip zal men dan van geheel Java en Madura in het bezit zijn van bijna voor 2/s uitstekende en voor '/3 voorloopig bruikbare gegevens, welke laatste weer na 7 jaren kunnen omgezet zijn in de eerste soort. Niemand zal onzes inziens kunnen beweren, dat dit nu zoo'n afschrikwek kend tijdsverloop is, om uit dien hoofde eene zaak van zoo groot belang ongedaan te laten. Vooral niet, wanneer men eene vergelijking maakt met den tijd, die sedert het begin dezer eeuw is voorbijgegaan, met het vruchte loos zoeken naar een bruikbaar stelsel, of met de 5 jaren, die noodig zijn geweest voor het laatste onderzoek, waaraan al de ambtenaren van het Binnenlandsch en Inlandsch Bestuur met voorbeeldelooze haast en gejaagdheid hebben medegewerkt en waardoor wel een kolossale massa gegevens zijn opgeteekend, waarover in een eindrésumé een soort verslag werd uitgebracht en een overzicht geleverd, maar welke niet verwerkt zijn, niet gebracht onder zoodanigen vorm, dat zij in de praktijk te benuttigen, voor het doel waarmede zij verzameld werden aan te wenden zijn. Hier is weêr het dillettantisme gestruikeld over gemis aan praktische kennis, aan handigheid en vooral ook aan besef van de waarde, die aan elk der factoren toegekend moet worden, waar elks plaats moet zijn, en welke geécar- teerd moeten worden, om na combinatie en schikking te kunnen geraken, tot een eenvoudig eindcijfer, dat in eens uitdrukt wat men zocht, n. 1. de belasting voor elke eenheid. Niemand, zeiden wij reeds, zal met recht kunnen beweren, dat de gevorderde tijd eene voldoende reden zou zijn om een werk van zoo groot algemeen nut en van zoo dringende behoefte achterwege te laten, maar wij moeten er nog bijvoegen, dat het ons evenmin verdedigbaar voorkomt om daarvoor het door ons ontwikkelde stelsel op te offeren aan eenig denkbare, dat er voor in de plaats te stellen zou zijn en hiervóór in den vorm van eenige artikelen onder woorden is gebracht. Tegen het hier in beschouwing genomen en aanbevolen stelsel, werd ons bij bespreking daarvan, door enkele residenten en andere ambtenaren van Binnenlandsch Bestuur, die er behoudens de quaestie van uitvoerbaarheid in hoofdzaak allen mede schenen ingenomen, echter de opmerking gemaakt, dat men hiermede, in de streken waar de grond individueel bezeten wordt, niet volledig geholpen zou zijn, aangezien de aanslag daar ook individueel moet plaats hebben.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 220