215 Het valt niet te ontkennen dat het vollediger zou zijn, voor de toepassing gemakkelijker en ook beter, zoo alles individueel gemeten en beschreven kon worden, maar dat is, uit een praktisch oogpunt beschouwd, niet mogelijk. Een kadaster, welks lang voortbestaan en voortdurende bruikbaarheid men wil verzekeren, moet vatbaar zijn om in alle onderdeelen waaruit het bestaat, bij gehouden te worden en die bijhouding moet met de meeste zorg geschieden. Zoolang de verhandeling van de individueel bezeten gronden niet aan registratie of in- en overschrijving onderworpen is, maar onderhands, dikwijls mondeling of voor het desabestuur of den priesterraad plaats heeft, waarop geene officiëele contróle mogelijk is, is het niet denkbaar, dat het kadaster geregeld met de mutaties in kennis zou worden gesteld, zoodat de bijhouding niet mogelijk zou zijn, en de groote hoeveelheid werk, die individueele opne ming extra zou vorderen, biunen zeer weinig tijd alleen zou strekken tot verwarring, in stede van tot vereenvoudiging en gemak. Het kadaster zal dus voor den individueelen aanslag alleen gegevens kunnen leveren, voor zoover conversie in agrarisch eigendom en daarmede behoorlijke contróle op de vestiging en de verwisseling van eigendom en eigenaren, plaats heeft. Volledigheidshalve willen wij echter een eenvoudig empirisch middel aan de hand doen waardoor in deze leemte eenigszins kan te gemoet gekomen worden. Er kunnen n. 1. eenvoudige kopiën gemaakt worden van elk blok met aanduiding der namen van den kring en de desa waarin het gelegen is, den naam van het blok zelf, en de opgaven der oppervlakte. Deze schetsjes kunnen den Controleurs worden ter hand gesteld en deze kunnen er door de districts- en onder-districts-hoofden enz. de individueele afscheidingen in potlood doen inschetsen, hetzij na ruwe meting op of het oog, en geven aan de onderdeelen nummers, welke met de namen der bezitters en der door het desabestuur er aan toegekende oppervlakte er naast worden geschreven op een daartoe blanco gelaten deel van het schetskaartje. Waar nu reclames inkomen tegen de oppervlakte waarover iemand is aan geslagen, zal dit gedeelte en wellicht ook wat er omheen ligt opgemeten moeten worden, het nieuwe juiste cijfer kan dan met gekleurden inkt in plaats van het oude worden gesteld. Verder kan door de ambtenaren naar gelegen heid en ambitie voortdurend in deze richting gewerkt worden, door het meten en doen meten der onderdeeltjes, ook waar niet gereclameerd wordt. Wij wenschen echter nog bekend te stellen, dat onzes inziens in de practijk zal blijken, dat de figuurlijke afscheiding dezer onderdeelen niet bepaald noodig is, wél de aanduiding en omschrijving van die deelen in een soort van aanslagregister en dat wij hier dus slechts de mogelijkheid, niet de nood zakelijkheid van het middel behandelen. Het hier bedoeld meetwerk dat in den regel met een maatstok van eene roede lengte kan uitgevoerd worden, kan, vooral als men elk, tusschen ga- langans ingesloten stukje afzonderlijk meet, om daaruit alleen de oppervlakte

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 221