217 Hiermede aan het einde onzer beschouwingen gekomen, drukken wij nog slechts de hoop uit, dat het ons gelukt moge zijn, de aandacht van belang stellenden in en bevoegde beoordeelaars van het landrente-vraagstuk, eenigs- zins afgeleid te hebben van de oude richting, waarin steeds, doch tevergeefs naar eene oplossing is gezocht en haar meer op het door ons ontwikkelde stelsel te hebben gevestigd, want dan houden wij ons overtuigd dat binnen kort nog slechts ééne meening over deze zaak zal bestaan. En als eenmaal de gevestigde publieke opinie bestaat, dat eene deugdelijke regeling der hoofd belasting voor de inlandsche maatschappij, waarmede haar wel en wee, haar rust of onrust zoo nauw zamenhangen, alleen mogelijk is door haar te grond vesten op een kadaster, dan kan het geen twijfel meer lijden of de macht hebbenden hier en in Nederland zullen ook gereed bevonden worden, einde lijk het noodige bevel te geven, om dit grootsche werk in het leven te roepen. Moge dit spoedig gebeuren, want de zaak is o. i. dringend en genoeg voorbereid om dadelijk een begin met de uitvoering er van te kunnen maken. Moge spoedig de prijs behaald worden, die naar onze overtuiging is weg gelegd voor hen, die met de traditie kunnen en durven breken en het nieuwe pad durven inslaan, waarop de eenige gezonde oplossing dezer zaak gelegen is, n. 1. eene glansrijke bladzijde in de geschiedenis van het beheer van Ne- derlandsch Indië en eene dankbare herinnering in de harten van een geheel volk. F. Verstijnen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1890 | | pagina 223